ECLI:NL:RBZWB:2024:8095

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 november 2024
Publicatiedatum
28 november 2024
Zaaknummer
02-012016-22
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege na beoordeling van resocialisatietraject en recidivegevaar

Op 27 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, die eerder was veroordeeld voor brandstichting met gemeen gevaar voor goederen. De rechtbank oordeelde dat de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar moest worden verlengd, omdat het resocialisatietraject en het uitstroomdoel van de betrokkene nog niet concreet waren vormgegeven. De rechtbank baseerde haar beslissing op de adviezen van de tbs-instelling, die aangaven dat er nog steeds sprake was van een hoog recidiverisico en dat de behandeling van de betrokkene nog niet voldoende gevorderd was.

Tijdens de zitting werd de officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, gehoord, evenals de betrokkene en zijn raadsvrouw, mr. J.A. Aaldijk. De betrokkene had aangegeven dat hij gemotiveerd was om zijn leven te beteren, vooral voor zijn zoontje, en dat hij bereid was om zijn medicatie te blijven gebruiken. Ondanks zijn motivatie en verbeteringen in zijn gedrag, concludeerde de rechtbank dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid de verlenging van de tbs eisten. De rechtbank benadrukte dat de behandeling van de betrokkene aanvankelijk moeizaam was verlopen, maar dat er recent positieve ontwikkelingen waren.

De rechtbank concludeerde dat, gezien de nog aanwezige risico's en de noodzaak voor verdere behandeling en resocialisatie, de tbs met twee jaar moest worden verlengd. De rechtbank hoopt dat de betrokkene gemotiveerd blijft en zijn positieve ontwikkeling voortzet, zodat hij uiteindelijk kan doorstromen naar een geschikte vervolgvoorziening.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02-012016-22
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 27 november 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995
verblijvende te [FPC], [adres].

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 26 september 2024, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met verpleging van overheidswege met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene tot en met 30 mei 2024;
- het rapport van Fivoor van 13 september 2024, waarin het advies van de inrichting is vermeld.

2.De procesgang

Bij beslissing van de rechtbank van 18 november 2022 is betrokkene, wegens brandstichting met gemeen gevaar voor goederen, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 308 dagen met aftrek en tbs met verpleging van overheidswege. De tbs is op 24 november 2024 aangevangen. De tbs is gemaximeerd, wat betekent dat de totale duur van de maatregel een periode van vier jaar niet te boven gaat.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 13 november 2024 is de officier van justitie, mr. M. van Leeuwen, gehoord.
Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J.A. Aaldijk, advocaat te ‘s-Gravenhage.
Voorts is de deskundige mevrouw [naam], GZ-psycholoog en coördinerend regiebehandelaar, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

Het standpunt van de tbs-instelling blijkt uit het onder 1 genoemd rapport. Het standpunt luidt - zakelijk weergegeven – dat bij betrokkene sprake is van een autismespectrumstoornis, schizofrenie, zwakbegaafdheid en een stoornis in
cannabisgebruik in remissie. De psychotische symptomen zijn momenteel onder controle met vrijwillige medicamenteuze behandeling.
De kernproblematiek die ten grondslag ligt aan het indexdelict is nog actueel. Daarbij is er sprake van een hoog recidiverisico bij verval van de huidige maatregel met bijbehorende zorg en toezicht. De afwikkeling van het behandel- en resocialisatietraject neemt nog meer dan twee jaar in beslag. Om die reden adviseert de tbs-instelling de huidige maatregel met twee jaar te verlengen.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan nog toegevoegd dat met het risico op gewelddadig gedrag van betrokkene met name bedoeld wordt verbaal agressief gedrag, bedreigend gedrag en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dit gedrag kan ontaarden in fysiek gewelddadig gedrag. Er zijn gesprekken geweest met betrokkene over de te behalen doelen. Daar heeft hij zich goed voor ingezet en hij heeft geen grensoverschrijdend gedrag meer laten zien. Verder zijn er nauwelijks conflicten meer met zijn medepatiënten. Aan het begin van volgend jaar zal er weer een aanvraag voor begeleid verlof ingediend worden. Tijdens het verloftraject zal bekeken worden of betrokkene zich aan de afspraken kan houden. Vervolgens wordt bekeken welke vervolgvoorziening het beste past bij zijn problematiek. Dit kan een FPA zoals [locatie] in [plaats] zijn, maar het kan ook meteen een GGZ-instelling zijn. Inmiddels is er ook een reclasseringsmedewerker aangewezen in het kader van forensisch psychiatrisch toezicht.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij van mening is dat een verlenging van de tbs niet nodig is, omdat hij stabiel is. Hij is gemotiveerd en doet zijn best omdat hij erg graag voor zijn zoontje wil kunnen zorgen. Betrokkene kan bij zijn moeder en stiefvader in Frankrijk gaan wonen. Hij heeft geleerd wat een psychose is en wat het met hem kan doen. Hij is dan ook van plan om zijn medicatie in te blijven nemen. De medicatie is nu goed afgesteld.
Betrokkene heeft een moeilijk begin binnen de tbs-instelling gehad. Dit kwam omdat hij op de verkeerde afdeling zat. Na zijn verplaatsing naar een andere afdeling is het beter gegaan. Hij heeft minder grensoverschrijdend gedrag laten zien, houdt zich aan de afspraken en neemt zijn medicatie in. Betrokkene heeft het zwaar in de tbs-instelling. Hij vindt het disproportioneel, maar hij heeft wel de nodige therapieën gevolgd en daar heeft hij veel van geleerd. Betrokkene is gemotiveerd om geen delicten meer te plegen. Zijn motivatie is zijn zoontje, want zijn grootste wens is om er voor zijn zoontje zijn. Het primaire verzoek is om de tbs voorwaardelijk te beëindigen. Subsidiair is het verzoek om de tbs te verlengen met een periode van één jaar. Gelet op de gemaximeerde duur van de maatregel, er immers slechts een beperkte tijd om het behandeltraject vorm te geven. Het is dan ook van belang om het laatste jaar goed vorm te geven. Betrokkene wil de stap naar begeleid verlof maken en uitgezocht moet worden of hij wel of niet naar een GGZ-voorziening als vervolgplek kan. Indien over twee jaar blijkt dat de stap naar een FPA of GGZ niet gemaakt kan worden, is er geen tbs-kader meer. Ook is het van belang dat de reclassering betrokken wordt. Na een jaar kan dan bekeken worden of de tbs voorwaardelijk beëindigd kan worden.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
Vastgesteld wordt dat de behandeling van betrokkene binnen het tbs-traject aanvankelijk moeizaam is gegaan. Hij laat regelmatig grensoverschrijdend gedrag zien, waardoor op de afdeling conflicten ontstaan. Toch wordt eind februari 2024 onder invloed van een goede medicatie-afstelling en een “hand-in-hand” begeleiding een positieve omslag ingezet. Dit heeft geleid tot een aanvraag begeleid verlof, maar deze wordt afgewezen omdat de behandelvoortgang nog te pril wordt bevonden en het recidiverisico nog te hoog wordt geacht. Het is bewonderenswaardig dat betrokkene zich niet heeft laten demotiveren door de afwijzing, maar dat hij juist beter inziet dat er meer van hem verwacht wordt. Betrokkene doet zijn best om zich aan de afspraken te houden en het grensoverschrijdend gedrag is sterk afgenomen. Betrokkene is op de juiste weg en dit verdient ook waardering. Het is dan ook goed te begrijpen dat de tbs-instelling voornemens is om begin volgend jaar weer een aanvraag voor begeleid verlof te doen. Tegelijkertijd is de omslag nog pril en moeten er nog veel stappen gezet worden in het resocialisatietraject. De aanvraag voor het verlof moet nog worden goedgekeurd. Daarna zal betrokkene tijdens het vervolgtraject moeten laten zien dat hij zich ook binnen een setting met meer vrijheden aan de afspraken kan houden. Vervolgens moet er een uitstroom volgen naar een vervolgplek. De verwachting is dat dit traject langer dan een jaar zal duren. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om de tbs voorwaardelijk te beëindigen.
Eén of twee jaar verlengen?
Het resocialisatietraject en het uitstroomdoel van betrokkene is nog niet concreet vormgegeven. Het voornemen van de tbs-instelling is om stapsgewijs, met uitbreiding van vrijheden, met betrokkene toe te werken naar een plaatsing binnen een FPA of GGZ-voorziening waar hij langdurig kan verblijven. Het resocialisatietraject en de concretisering van de uitstroom naar langdurige zorg zal naar verwachting langer dan een jaar duren. Het is voor de rechtbank dus duidelijk dat de tbs nog langer dan een jaar dient voort te duren. Ter zitting heeft betrokkene duidelijk gemaakt dat hij gemotiveerd is omdat hij er voor zijn zoontje wil zijn. De rechtbank hoopt ook daarom dat hij gemotiveerd zal blijven en dat hij zal blijven laten zien dat hij op de juiste weg is.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege moet worden verlengd met twee jaar.

7.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.W. Louwerse, voorzitter, mr. N. van der Ploeg-Hogervorst en mr. J.M.J.C. Paijmans, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.R. Tafazzul en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 november 2024.
Mr. J.M.J.C. Paijmans en de griffier zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.