Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.De verzoeken en het verweer
4.De beoordeling
structureel negeren van u werkgever en niet nakomen van afspraken, het negeren van uitnodigingen voor het een gesprek (13 augustus 2024 om 13.00 uur) en het zonder toestemming van de werkgever op vakantie gaan ( waarbij wij u al duidelijk hebben aangegeven dat u voor deze periode geen aanvraag voor vakantie heeft gedaan)”.
-is evenmin voldoende om het ontslag op staande voet te rechtvaardigen. [werknemer] was namelijk door ziekte niet inzetbaar om werkzaamheden uit te voeren. De bedrijfsarts had immers in haar ‘terugkoppeling spreekuur’ van 25 juli 2024 aan [werkgever] geadviseerd om tot aan het volgende spreekuur -een periode van kennelijk 4 tot 6 weken na 25 juli 2024- [werknemer] niet met arbeid te belasten, alsook een interventieperiode van twee weken geadviseerd, waarin [werknemer] geen contact met [werkgever] hoefde te onderhouden. Tevens liet de bedrijfsarts weten dat vakantie kon bijdragen aan het herstel van [werknemer] . Medisch gezien was er dus geen bezwaar tegen de vakantie van [werknemer] . Anders gezegd, indien [werknemer] daadwerkelijk geen toestemming voor verlof zou hebben gevraagd en verkregen, hetgeen zij betwist, is in dit geval een ontslag op staande voet een veel te zware sanctie. Dit nog daargelaten de vraag of [werkgever] , die de beweerde weigering niet heeft gemotiveerd, een gewichtige reden had om vakantieverlof te weigeren.