Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
Beslissing
- het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Tilburg, op 21 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 7 kilometer per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Ringbaan-West in Tilburg op 26 augustus 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die de eerdere beslissing had vernietigd en proceskostenvergoeding had toegekend wegens samenhangende zaken. De kantonrechter heeft de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig was. De officier van justitie was vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze.
De kantonrechter heeft overwogen dat er sprake is van samenhangende zaken, zoals bedoeld in het Besluit proceskosten bestuursrecht. De gemachtigde van de betrokkene voerde aan dat de beslissing van de officier van justitie onterecht was, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat het beroep ongegrond is. De rechter heeft geen aanleiding gezien om een proceskostenvergoeding toe te kennen, omdat de zaak als samenhangend werd beschouwd. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.