ECLI:NL:RBZWB:2024:8005

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 oktober 2024
Publicatiedatum
22 november 2024
Zaaknummer
11062990 \ MB VERZ 24-591
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens snelheidsovertreding binnen de bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een boete ontvangen voor het rijden van 5 kilometer per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Ringbaan-Oost in Tilburg op 29 september 2023. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die de oorspronkelijke beslissing had vernietigd en een proceskostenvergoeding had toegekend wegens samenhangende zaken. De zaak werd behandeld op de zitting van 21 oktober 2024, waar de gemachtigde van de betrokkene niet aanwezig was. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, heeft het verzoek gedaan om het beroep ongegrond te verklaren.

De kantonrechter heeft overwogen dat er sprake is van samenhangende zaken, zoals gedefinieerd in het Besluit proceskosten bestuursrecht. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de argumenten van de gemachtigde niet voldoende waren om de beslissing van de officier van justitie te weerleggen. Daarom heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene is geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Tilburg
zaaknummer : 11062990 \ MB VERZ 24-591
CJIB-nummer : 5062 5422 6138 6392
uitspraakdatum : 21 oktober 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft de beslissing vernietigd en proceskostenvergoeding met factor 1.5 toegekend wegens samenhangende zaken. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 21 oktober 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 5 kilometer per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom op de Ringbaan-Oost (kruising Casper Houbenstraat) te Tilburg op 29 september 2023 om 15:03 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene aangevoerd het niet eens te zijn met de beslissing van de officier van justitie. Volgens gemachtigde is ten onrechte samenhang van zaken aangenomen. Voorts verzoekt gemachtigde om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Gemachtigde heeft in alle beroepschriften nagenoeg identieke verweren gebruikt. Hierdoor blijkt dat er sprake is van samenhangende zaken.

Overwegingen

Artikel 3, tweede lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht bepaalt dat onder samenhangende zaken het volgende wordt begrepen: door een of meer belanghebbenden gemaakte bezwaren, die door het bestuursorgaan gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig zijn behandeld, waarin rechtsbijstand als bedoeld in artikel 1, onder a, is verleend door dezelfde persoon dan wel door een of meer personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband en van wie de werkzaamheden in elk van die zaken (nagenoeg) identiek konden zijn.
Naar het oordeel van de kantonrechter is hier sprake van samenhangende zaken als bedoeld in het Besluit proceskosten bestuursrecht. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter verklaart:
  • het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.A.V. van Aardenne, kantonrechter, bijgestaan door de griffier L.I.M. Appels, en in het openbaar uitgesproken op 21 oktober 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: