ECLI:NL:RBZWB:2024:799

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 februari 2024
Publicatiedatum
12 februari 2024
Zaaknummer
02/801126-10
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar voor betrokkene met psychische stoornissen

Op 12 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van betrokkene, geboren in 1955. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met twee jaar te verlengen, toegewezen. De tbs van betrokkene is op 13 februari 2012 aangevangen en is voor het laatst verlengd op 22 februari 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, waaronder een autismespectrumstoornis en pedofilie, en dat er een hoog recidiverisico aanwezig is zonder adequate zorg en begeleiding.

Tijdens de zitting op 29 januari 2024 zijn zowel de officier van justitie als de verdediging gehoord. De officier van justitie, mr. I.M.H. Masselink, heeft gepleit voor verlenging van de tbs, terwijl de verdediging zich heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De deskundigen van de tbs-instelling en externe gedragsdeskundigen hebben geadviseerd om de tbs te verlengen, gezien de problematiek van betrokkene en het risico op terugval in delictgedrag zonder de huidige begeleiding.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen overgenomen en is van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege voor betrokkene met twee jaar moet worden verlengd. Dit biedt de mogelijkheid voor een zorgvuldige resocialisatie en het vinden van een geschikte vervolgplek voor betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/801126-10
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 12 februari 2024
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats]
verblijvende in FPC [tbs-instelling] , [adres] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 18 december 2023, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van 1 februari 2022 tot en met 25 september 2023;
- het rapport van FPC [tbs-instelling] d.d. 30 november 2023, waarin het advies van de inrichting is vermeld;
- een advies d.d. 17 november 2023 van forensisch psychiater dr. [naam 1] ;
- een advies d.d. 1 november 2023 van klinisch psycholoog [naam 2] .

2.De procesgang

Bij beslissing van de rechtbank van 12 juli 2011 is betrokkene, wegens overtreding van de artikelen 245 en 248a van het Wetboek van Strafrecht, veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf en tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 13 februari 2012 aangevangen en laatstelijk verlengd op 22 februari 2022 voor een termijn van twee jaren.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 29 januari 2024 is de officier van justitie mr. I.M.H. Masselink gehoord.
Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. P. van de Kerkhof, advocaat te Tilburg.
Voorts is de deskundige [naam 3] , behandelcoördinator bij FPC [tbs-instelling] , gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar.
De tbs-instelling heeft daartoe het volgende overwogen.
Betrokkene functioneert op verstandelijk beperkt niveau en heeft daarnaast twee chronische stoornissen, te weten een autismespectrumstoornis en pedofilie. In juni 2022 is betrokkene overgeplaatst naar [zorginstelling] in [plaats] , een forensische beschermde woonvorm. Vanwege de aanwezige problematiek en zonder begeleiding acht de tbs-instelling de kans op terugval in delictgedrag hoog. Betrokkene is in aanzienlijke mate afhankelijk van libidoremmende medicatie, externe structuur, begeleiding, toezicht en controle. Gezien wordt dat betrokkene zich onvoldoende bewust is van de impact van grensoverschrijdend seksueel gedrag richting minderjarigen, zodat van belang is dat daar door het huidige risicomanagement op toegezien wordt. Het recidiverisico blijft aanwezig, maar door het huidige risicomanagement wordt de kans op recidive als laag ingeschat. Betrokkene laat zien dat hij bij verlof stabiel kan functioneren en terugval in delictgedrag tijdig kan worden voorkomen. Dat dient als goede basis om middels proefverlof toe te werken naar een vervolgplek (begeleid wonen) in het zuiden van het land. Gelet op de problematiek van betrokkene wordt er rekening mee gehouden dat hij kleine stappen zet in het resocialisatie-traject. Vanwege het nog te doorlopen traject van het proefverlof, het vinden van een geschikte vervolgplek, een overplaatsing, inbedding en toetsing op de vervolgplek zal de termijn van een jaar zeker worden overschreden.
Ter zitting heeft de deskundige [naam 3] daaraan nog het volgende toegevoegd. Er ligt een verzoek tot proefverlof bij het ministerie. Naar verwachting wordt dat in februari geaccordeerd en dan kan de reclassering actief op zoek naar een vervolgplek in het zuiden. Betrokkene heeft een woonplek nodig met toezicht en begeleiding, er moet onderzocht worden of de omgeving geschikt is en daar moet een professioneel netwerk worden opgebouwd. De kwaliteit van toezicht op de vervolgplek is van belang. Ook zijn er wachtlijsten van ongeveer zes maanden tot een jaar. Betrokkene staat nog niet op een wachtlijst. Het is daarom niet te verwachten dat over een jaar al wordt gerapporteerd om over te gaan op een voorwaardelijke beëindiging. De reclassering heeft voorwaarden opgesteld voor het proefverlof. Ingeschat wordt dat betrokkene nu de nodige stappen kan zetten, omdat hij de libidoremmende medicatie nog slikt. Vanuit de tbs-instelling is er geen indicatie om dat af te bouwen.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundigen

Psychiater [naam 1] heeft in het rapport overwogen dat bij betrokkene sprake is van pedofilie, een autismespectrumstoornis, exhibitionisme en zwakbegaafdheid. Deze stoornissen zorgen er met elkaar voor dat zonder extern risicomanagement de pedofiele impulsen via een proces van grooming uitgeleefd worden waarbij de zwakbegaafdheid en autismespectrumstoornis niet helpend zijn om hem hierin af te remmen bij gebrek aan inzicht in de impact en de gevolgen voor de slachtoffers (gebrekkig empathisch vermogen). Momenteel zijn de risicofactoren onder controle. Het huidige risicomanagement bestaat uit libidoremmende medicatie, een beschermde woonvoorziening en personeel dat hem goed kent en de risicofactoren voor ogen heeft. Zonder het huidige risicomanagement is er een hoog risico voor recidive zoals het indexdelict. Betrokkene functioneert adequaat binnen een goed georganiseerde setting met 24-uurs zorg met als focus het handhaven van het huidige psychiatrische en somatische evenwicht, het beheersen van de risico’s, het optimaliseren van de kwaliteit van leven. Het is onduidelijk wanneer er een adequate vervolglocatie voor betrokkene zal zijn gevonden en hoe lang het zal duren voordat hij daar is ingebed en het personeel op hem is ingespeeld. Dat proces van monitoring en toetsing op deze nieuwe plek zal zeker langer dan een jaar duren.
Ook psycholoog [naam 2] heeft in het rapport overwogen dat sprake is van een autisme-spectrumstoornis, zwakbegaafdheid en een pedofilie stoornis. De exhibitionismestoornis waar sprake van was in de periode van de indexdelicten is in gereguleerde omstandigheden naar de achtergrond verdwenen. Op basis van de risicotaxatie wordt het recidiverisico in de huidige setting als laag ingeschat en bij abrupt einde op de (middel)lange termijn oplopend naar matig-hoog. Daarbij is een doorslaggevende factor vooral of betrokkene bereid is om de libidoremmende medicatie te blijven innemen en of hij kan terugvallen op professionele hulpverlening met een voldoende hoog zorg- en begeleidingsniveau. Het traject van betrokkene zal naar verwachting nog tenminste twee jaar bedragen, gelet op de vele onduidelijkheden ten aanzien van het resocialisatietraject naar Brabant. Ook zal het nog enkele maanden in beslag nemen voordat de stap naar proefverlof gemaakt kan worden.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering om de tbs met twee jaar te verlengen gebleven. Er wordt nog steeds voldaan aan het gevaarscriterium en gelet op de adviezen van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen is het niet reëel dat de tbs over een jaar voorwaardelijk beëindigd kan worden.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat het goed met hem gaat bij [zorginstelling] . Hij wil uiteindelijk naar het zuiden van het land, maar heeft er nog geen zicht op wanneer dat gerealiseerd wordt. Betrokkene wil het liefste van de libidoremmers af, omdat hij normaal wil kunnen reageren. Hij heeft geen bijwerkingen van de medicatie.
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de verlen-ging van de tbs. Het gaat al jarenlang goed met betrokkene, hij is stabiel, medicatietrouw en heeft laten zien om te kunnen gaan met veranderingen zoals een verhuizing naar [zorginstelling] . Omdat er nog de nodige stappen gezet moeten worden, is het niet reëel om over een jaar richting een voorwaardelijke beëindiging te kunnen bewegen.

7.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank kan zich vinden in de conclusies van de kliniek en de externe gedrags-deskundigen voor wat betreft de ziekelijke stoornis van de geestvermogens bij betrokkene en het bestaande (hoge) recidiverisico wanneer de zorg, het toezicht en de begeleiding van FPC [tbs-instelling] , wegvalt. De rechtbank neemt deze conclusies dan ook over.
De tbs kan slechts dan worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
Met alle betrokkenen is de rechtbank van oordeel dat een verlenging van de tbs met verpleging van overheidswege voor twee jaar passend is. In februari start de oriëntatiefase voor het vinden van een passende vervolgplek, waarbij het noodzakelijk is dat de problematiek van betrokkene goed past bij de aangeboden resocialisatievoorzieningen. De inschatting is dat het vanwege wachtlijsten lang kan duren voordat betrokkene daadwerkelijk kan worden overgeplaatst naar een vervolgvoorziening. Voor betrokkene breekt met de overplaatsing en het proefverlof een cruciale fase aan. Omdat betrokkene baat heeft bij een ondersteunende en structurerende omgeving en bij een vervolgplek een nieuw professioneel netwerk moet worden opgebouwd, acht de rechtbank het noodzakelijk dat betrokkene zijn libidoremmende medicatie blijft nemen. Vanwege de problematiek van betrokkene wordt rekening gehouden met het nemen van kleine stappen in het resocialisatietraject, zodat een periode van twee jaar noodzakelijk is.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene dient te worden verlengd met twee jaar.

8.De beslissing.

De rechtbank
verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.M. Veldhuizen, voorzitter, mr. E.B. Prenger en
mr. J.F.C. Janssen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. D.W. Schalk en is uitgesproken ter openbare zitting op 12 februari 2024.
De griffier en de jongste rechter zijn niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.