ECLI:NL:RBZWB:2024:7978

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
21 november 2024
Zaaknummer
BRE - 24 _ 1729
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting en de gevolgen van foutieve zone-informatie

Op 19 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De naheffingsaanslag was het gevolg van een controle op 27 augustus 2023, waarbij werd vastgesteld dat de auto van de belanghebbende geparkeerd stond zonder dat parkeerbelasting was voldaan. De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, omdat uit de bebording ter plaatse duidelijk bleek dat de parkeerplaats waar de auto stond, onder een zone viel waarvoor parkeerbelasting verschuldigd was.

De rechtbank overwoog dat de onduidelijkheid over de zonecode, die was ontstaan door informatie van de parkeerapp Yellowbrick, voor rekening en risico van de belanghebbende kwam. De rechtbank kon niet vaststellen dat de belanghebbende onjuiste informatie had ontvangen van de heffingsambtenaar over de locatie van de grens tussen de zones. Bovendien was de rechtbank niet bevoegd om de naheffingsaanslag op grond van coulance te vernietigen of te verminderen, tenzij er sprake was van overmacht, wat in dit geval niet was aangetoond.

De uitspraak houdt in dat de naheffingsaanslag in stand blijft en dat de belanghebbende geen recht heeft op vergoeding van proceskosten of griffierecht. De partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 24/1729
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 19 november 2024 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats 1], belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 14 december 2023 het bezwaar van belanghebbende tegen de aan haar opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting met [aanslagnummer] (de naheffingsaanslag) ongegrond verklaard.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar op 19 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de heffingsambtenaar [naam]. Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Overwegingen

2. Tijdens een controle op zondag 27 augustus 2023 omstreeks 20:56 uur is door parkeercontroleurs geconstateerd dat een auto met het [kenteken] (de auto) geparkeerd stond op een parkeerplaats in de [straat] te [plaats 2] en dat geen parkeerbelasting is voldaan.
2.1.
Naar aanleiding van de constatering dat geen parkeerbelasting was voldaan, is aan belanghebbende de naheffingsaanslag opgelegd. De naheffingsaanslag bedraagt € 54,77, bestaande uit een bedrag van belasting van € 1,00 en € 53,77 aan kosten van de naheffingsaanslag.
2.2.
In geschil is of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht aan belanghebbende is opgelegd.
2.3.
Vaststaat dat belanghebbende op het moment van de controle geparkeerd stond in de zone met [parkeercode 1]. Ook staat vast dat er tijdens het controlemoment geen parkeerbelasting was voldaan voor het parkeren van de auto in de [straat], terwijl er op die plek en op dat moment wel parkeerbelasting was verschuldigd. De rechtbank constateert, op basis van de door de heffingsambtenaar overgelegde foto’s, dat uit de bebording ter plaatse duidelijk kan worden afgeleid dat de parkeerplaats waar belanghebbende geparkeerd stond is gelegen in de zone met [parkeercode 1]. Uit de bebording blijkt ook duidelijk naar welke parkeerautomaat belanghebbende moest gaan om de verschuldigde parkeerbelasting te voldoen.
De onduidelijkheid over de van toepassing zijnde zonecode die bij belanghebbende is ontstaan door informatie van de parkeerapp Yellowbrick, als gevolg waarvan hij ervan uitging dat hij in de zone met [parkeercode 2] geparkeerd stond, de verkeerde zonecode heeft ingetoetst op de betaalzuil en dacht dat hij gratis kon parkeren, komt voor zijn eigen rekening en risico. Dat betekent dat de naheffingsaanslag terecht aan belanghebbende is opgelegd.
2.4.
De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen dat belanghebbende tijdens het hoorgesprek onjuiste informatie heeft gekregen van de heffingsambtenaar over de locatie van de grens tussen de twee zones (bij [nummer]). De heffingsambtenaar ontkent dat onjuiste informatie is verstrekt.
2.5.
De rechtbank overweegt verder dat zij niet bevoegd is om op grond van coulance de naheffingsaanslag te vernietigen of te verminderen. Alleen in het geval van overmacht is dat anders. Een beroep op overmacht kan alleen slagen indien belanghebbende in verband met een noodsituatie of een spoedeisende situatie verhinderd was of niet in staat was om (tijdig) parkeerbelasting te voldoen. Belanghebbende heeft niet voldoende aangevoerd om te concluderen dat sprake was van een situatie van overmacht.

Conclusie en gevolgen

3. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat de naheffingsaanslag in stand blijft.
3.1.
Omdat het beroep ongegrond is, krijgt belanghebbende geen vergoeding van zijn proceskosten en krijgt hij ook het griffierecht niet vergoed.
3.2.
Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van mr. F.E.M. Houben, griffier, op 19 november 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.