ECLI:NL:RBZWB:2024:7977
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onterechte naheffingsaanslag parkeerbelasting en de verantwoordelijkheid van de belastingplichtige
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 november 2024 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De naheffingsaanslag was het gevolg van een controle op 15 november 2023, waarbij werd vastgesteld dat een auto van het merk BMW zonder betaling van parkeerbelasting was geparkeerd. De belanghebbende stelde dat hij per abuis was vergeten de parkeerfunctie van de Rabobank-applicatie te starten, maar de rechtbank oordeelde dat dit voor zijn rekening en risico moest blijven. De rechtbank benadrukte dat het de verantwoordelijkheid van de belanghebbende is om de parkeerapp aan te zetten bij aanvang van het parkeren. Het enkele feit dat geen parkeerbelasting is betaald, was voldoende om de naheffingsaanslag op te leggen. De rechtbank concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en dat de intentie van de belanghebbende om te betalen of de vergissing geen grond vormden voor vernietiging van de aanslag. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, wat betekent dat de naheffingsaanslag in stand blijft. De belanghebbende kreeg geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht werd niet teruggegeven. Tevens werd de belanghebbende gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.