Op 19 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat de auto van de belanghebbende op 11 mei 2023 geparkeerd stond in een zone waar geen parkeerbelasting was voldaan. De belanghebbende stelde dat zij in een andere zone geparkeerd stond, waar wel betaald was, en voerde aan dat zij had voldaan aan haar onderzoeksplicht door de zonecode op het bord naast haar te volgen. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende niet in de juiste zone had geparkeerd, maar dat zij wel degelijk te veel had betaald voor de parkeerbelasting in de verkeerde zone. De rechtbank besloot de naheffingsaanslag te vernietigen op basis van het coulancebeleid van de gemeente, dat voorschrijft dat een naheffingsaanslag kan worden vernietigd als er voor de verkeerde zone is betaald, mits het parkeertarief gelijk is. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de naheffingsaanslag en bepaalde dat de heffingsambtenaar het griffierecht moest vergoeden.