ECLI:NL:RBZWB:2024:7973

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
21 november 2024
Zaaknummer
BRE - 23 _ 3602
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging naheffingsaanslag parkeerbelasting na onterecht opgelegde aanslag

Op 19 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag die was opgelegd door de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De naheffingsaanslag was opgelegd omdat de auto van de belanghebbende op 11 mei 2023 geparkeerd stond in een zone waar geen parkeerbelasting was voldaan. De belanghebbende stelde dat zij in een andere zone geparkeerd stond, waar wel betaald was, en voerde aan dat zij had voldaan aan haar onderzoeksplicht door de zonecode op het bord naast haar te volgen. De rechtbank oordeelde dat de belanghebbende niet in de juiste zone had geparkeerd, maar dat zij wel degelijk te veel had betaald voor de parkeerbelasting in de verkeerde zone. De rechtbank besloot de naheffingsaanslag te vernietigen op basis van het coulancebeleid van de gemeente, dat voorschrijft dat een naheffingsaanslag kan worden vernietigd als er voor de verkeerde zone is betaald, mits het parkeertarief gelijk is. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de naheffingsaanslag en bepaalde dat de heffingsambtenaar het griffierecht moest vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummer: BRE 23/3602
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 19 november 2024 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg, de heffingsambtenaar.

Inleiding

1. De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar van 23 juni 2023 het bezwaar van belanghebbende tegen de aan haar opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting met aanslagnummer [nummer] (de naheffingsaanslag) ongegrond verklaard.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar op 19 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde en namens de heffingsambtenaar [naam]. Na afloop van zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Overwegingen

2. Tijdens een controle op 11 mei 2023 omstreeks 19:09 uur is door parkeercontroleurs geconstateerd dat de auto van belanghebbende met [kenteken] geparkeerd stond op een parkeerplaats in de Koestraat te Tilburg, gelegen in de zone met code 51676, en dat geen parkeerbelasting is voldaan.
2.1.
Naar aanleiding van de constatering dat geen parkeerbelasting was voldaan, is de naheffingsaanslag aan belanghebbende opgelegd. De naheffingsaanslag bedraagt € 54,77, bestaande uit het uurtarief parkeerbelasting van € 1,00 en € 53,77 aan kosten.
2.2.
De auto van belanghebbende stond op 11 mei 2023 van 18:11 uur tot 21:23 uur in de parkeerapp EasyPark NL aangemeld voor de zone met code 51400.
2.3.
Tussen partijen is in geschil of de naheffingsaanslag terecht aan belanghebbende is opgelegd. Vaststaat dat de auto tijdens het controlemoment geparkeerd stond in de zone met code 51676.
2.4.
Belanghebbende stelt dat de naheffingsaanslag ten onrechte is opgelegd omdat zij kon en mocht menen dat zij in de zone met code 51400 geparkeerd stond. Ter onderbouwing voert belanghebbende aan dat zij pal naast een zonebord geparkeerd stond en dat op dat zonebord de zonecode 51400 vermeld stond. In de parkeerapp stond een andere zonecode vermeld, maar zij heeft deze zonecode aangepast naar de zonecode die zij op het bord naast haar zag. Volgens belanghebbende heeft zij daarmee juist voldaan aan haar onderzoeksplicht.
2.5.
De rechtbank overweegt dat tussen partijen niet ter discussie staat dat de parkeerbelasting voor de zone waar belanghebbende geparkeerd stond, hoger is dan van de zone welke belanghebbende in de parkeerapp had geselecteerd. In de zone met code 51400 geldt immers voor het eerste kwartier gratis parkeren. Belanghebbende heeft in beginsel dus te weinig parkeerbelasting betaald.
2.6.
Naar het oordeel van de rechtbank was voldoende kenbaar dat belanghebbende niet in de zone 51400 stond geparkeerd, maar in de zone 51360. Uit de foto’s maakt de rechtbank op dat belanghebbende geparkeerd stond in het eerste vak in de zone 51360. Vanuit dat parkeervak, kijkend in de richting van het NS-plein, is het zonebord 51400 te zien. Dit houdt dus in dat de zone 51400 na dat zonebord begint en dat belanghebbende dus niet in zone 51400 geparkeerd stond. Aan de achterzijde van het zonebord 51400 is het zonebord met de zonecode 51360 bevestigd. Dit bord heeft belanghebbende dus gepasseerd om in het parkeervak te parkeren. De omstandigheid dat belanghebbende door de verkeerde zone te selecteren te weinig parkeerbelasting heeft voldaan, komt dan ook voor rekening en risico van belanghebbende. Dat betekent dat de naheffingsaanslag in beginsel terecht aan belanghebbende is opgelegd.
2.7.
De rechtbank ziet niettemin aanleiding om de naheffingsaanslag te vernietigen. Belanghebbende heeft geloofwaardig verklaard en met verschillende bewijsmiddelen aannemelijk gemaakt dat zij vergeten was om de parkeerapp uit te zetten en daardoor ten minste voor een kwartier teveel parkeerbelasting heeft voldaan. De rechtbank gaat er daarom van uit dat het kwartier gratis parkeren is gecompenseerd met het kwartier waarvoor zij te veel heeft betaald en dat zij de in zone 51360 verschuldigde parkeerbelasting per saldo geheel heeft voldaan. De heffingsambtenaar heeft ter zitting verklaard dat het beleid van de gemeente voorschrijft dat een naheffingsaanslag wordt vernietigd ingeval er parkeerbelasting is voldaan voor een verkeerde zone, maar het parkeertarief in beide zones hetzelfde is en de verschuldigde parkeerbelasting dus effectief is voldaan. De rechtbank ziet in dit geval aanleiding om in lijn met dit coulancebeleid van de gemeente de naheffingsaanslag te vernietigen.

Conclusie en gevolgen

3. Het beroep is gegrond. Dat betekent dat de naheffingsaanslag wordt vernietigt.
3.1.
Omdat het beroep gegrond is moet de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht vergoeden. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding omdat belanghebbende geen kosten heeft gesteld die voor vergoeding in aanmerking komen.
3.2.
Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de uitspraak op bezwaar;
  • vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting;
  • bepaalt dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 50 aan haar moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van mr. F.E.M. Houben, griffier, op 19 november 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch.