In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 november 2024 een nadere beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2011, die onder toezicht staat van Stichting Jeugdbescherming West Zeeland. De moeder van de minderjarige, die de Poolse nationaliteit heeft, is belast met het gezag, maar is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling. De kinderrechter heeft de relevante stukken, waaronder eerdere beschikkingen en aanvullende informatie van de GI, in zijn beoordeling meegenomen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en dat er zorgen zijn over de opvoedomgeving. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, en de kinderrechter heeft besloten deze te verlengen van 25 november 2024 tot 25 augustus 2025. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat deze onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook in het geval van hoger beroep. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat de GI betrokken blijft bij de minderjarige en dat er snel gezocht moet worden naar een geschikte woonplek voor hem.