Op 14 november 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2011. Het verzoek is ingediend door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oosterhout, in het belang van de minderjarige, die momenteel in een justitiële jeugdinrichting verblijft na een aanhouding op verdenking van brandstichting. De kinderrechter heeft de procedure op 14 november 2024 behandeld, waarbij de minderjarige, zijn moeder en vertegenwoordigers van het college aanwezig waren. De minderjarige heeft aangegeven dat hij zijn verblijf in de jeugdinrichting als onprettig ervaart en dat hij graag weer bij zijn moeder wil wonen. Hij heeft beloofd zijn gedrag te verbeteren en niet meer van school te spijbelen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van de minderjarige belemmeren. De kinderrechter oordeelt dat een gesloten plaatsing noodzakelijk is om te voorkomen dat de minderjarige zich onttrekt aan de benodigde jeugdhulp. De moeder en de betrokken hulpverleners hebben ingestemd met het verzoek voor gesloten jeugdhulp, en de kinderrechter heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de problemen van de minderjarige aan te pakken. De kinderrechter heeft daarom de machtiging verleend voor een periode van drie maanden, van 14 november 2024 tot 14 februari 2025, en heeft de beslissing op 14 november 2024 openbaar uitgesproken.