ECLI:NL:RBZWB:2024:7942

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
20 november 2024
Zaaknummer
02/107097-23
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor bezit van kinderporno met voorwaardelijke gevangenisstraf

Op 20 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderporno. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 6 november 2024, waarbij de verdachte verstek liet verlenen. De officier van justitie, mr. L.J. den Braber, heeft haar standpunt kenbaar gemaakt. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 25 augustus 2022 in Waalwijk meermalen afbeeldingen in bezit had die seksuele gedragingen toonden van personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt.

De rechtbank overwoog dat het bezit van kinderporno een ernstige inbreuk vormt op de integriteit van kinderen en dat de verdachte met zijn handelen bijdraagt aan de vraag naar kinderporno. Ondanks dat de verdachte een bekennende verklaring had afgelegd, toonde hij een ontwijkende houding en was er onvoldoende inzicht in zijn seksuele interesses. De rechtbank besloot om de eis van de officier van justitie te volgen en legde een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand op, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en behandeling.

De rechtbank benadrukte het belang van behandeling voor de verdachte en de noodzaak om zijn gedrag te veranderen. De beslissing berustte op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten, en de rechtbank legde de voorwaarden op om te voorkomen dat hij opnieuw in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/107097-23
vonnis van de meervoudige kamer van 20 november 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats]
wonende te [adres] ( [postcode] ) [plaats]

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 6 november 2024. Tegen verdachte is verstek verleend. De officier van justitie, mr. L.J. den Braber, heeft haar standpunt kenbaar gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het aanwezig hebben van kinderporno.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderporno in bezit heeft gehad en heeft verspreid.
4.2
Het oordeel van de rechtbank
4.2.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.2.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
De rechtbank acht, gelet op de bekennende verklaring van verdachte en het proces-verbaal van bevindingen waarin staat dat de kinderporno in cache bestanden op de telefoon van verdachte is aangetroffen, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderporno in zijn bezit heeft gehad.
Niet ten laste gelegd is dat verdachte kinderporno heeft verspreid, wat betekent dat de rechtbank zich niet uitlaat over de bewijsvraag op dit punt.
4.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
op 25 augustus 2022 te [plaats] , gemeente Waalwijk meermalen afbeeldingen, te weten foto’s en een gegevensdrager bevattende afbeeldingen in bezit heeft gehad, terwijl op die afbeeldingen seksuele gedragingen zichtbaar zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen -zakelijk weergegeven- bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand. Zij heeft verzocht daaraan de bijzondere voorwaarden te koppelen zoals geformuleerd in het reclasseringsrapport van 5 januari 2024.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno. Voor de vervaardiging van kinderporno worden kinderen vaak (ernstig) seksueel misbruikt en uitgebuit. De betrokken kinderen lopen vaak psychische schade op die niet is te overzien en waarvan zij de rest van hun leven gevolgen ondervinden. Daarnaast is het vrijwel onmogelijk om eenmaal online geplaatste foto’s en video’s definitief van het internet te laten verwijderen. Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan de vraag naar kinderporno en het in stand houden van de vervaardiging en verspreiding ervan. Kennelijk heeft verdachte zich dit op geen enkel moment gerealiseerd.
Bij het bepalen van de soort en hoogte van de op te leggen straf houdt de rechtbank rekening met de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS. In beginsel staat er op het bezit van kinderporno een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf van zes maanden waarvan een kort deel onvoorwaardelijk met bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft gezien dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. De rechtbank ziet daarnaast redenen om in het voordeel van verdachte van de oriëntatiepunten af te wijken.
De rechtbank constateert wel dat verdachte, ondanks zijn bekennende verklaring, een ontwijkende houding aanneemt. Dit volgt ook uit de reclasseringsrapportage, waaruit blijkt dat het niet is gelukt om een volledige delictanalyse op te stellen en daarbij de risicoverhogende factoren inzichtelijk te krijgen. Ook is er onvoldoende zicht op de seksuele interesses en eventuele fantasieën van verdachte. Hoewel het niet op de tenlastelegging staat, bevinden zich in het dossier aanwijzingen dat verdachte contact heeft gehad met een minderjarige en dat hij met haar seksueel getinte gesprekken heeft gevoerd. Verdachte heeft dit ook bekend. De rechtbank vindt dit, mede in het licht van het tenlastegelegde, zorgwekkend.
Verdachte is daarnaast op geen enkele oproep van het Openbaar Ministerie voor een hoorzitting verschenen. Zijn advocaat heeft zich onttrokken omdat overleg met verdachte niet mogelijk bleek te zijn en verdachte is niet op de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak verschenen. Het lijkt erop dat verdachte zijn ‘kop in het zand steekt’. Ook dit baart de rechtbank zorgen. De rechtbank is gelet op dat wat zij hiervoor heeft overwogen van oordeel dat een gevangenisstraf de enige passende soort straf is.
Bij het bepalen van de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf houdt de rechtbank ook rekening met de aard van het aangetroffen materiaal. Hoewel iedere vorm van kinderporno een onmiskenbare inbreuk vormt op de integriteit van het kind, kan er onderscheid worden gemaakt in zwaarte van het materiaal op basis van de inhoud. Bij het aangetroffen materiaal was er wel sprake van (gedeeltelijk) naakt poserende kinderen, maar niet van seksuele handelingen die door hen of met hen werden verricht. Ook was er, gelet op de hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen die doorgaans in strafzaken wordt aangetroffen, sprake van een relatief klein aantal van negen afbeeldingen, waarvan vijf unieke afbeeldingen. Hoewel de handelingen van verdachte op geen enkele wijze kunnen of mogen worden gebagatelliseerd, ziet de rechtbank in deze omstandigheden, samen met het feit dat het delict inmiddels ruim twee jaar geleden is gepleegd en er sindsdien geen nieuwe politie- en justitiecontacten zijn geweest, wel reden om een lagere straf op te leggen dan genoemd in de landelijke oriëntatiepunten.
Hoewel de aard van het feit in beginsel een deels onvoorwaardelijke straf rechtvaardigt, is de rechtbank van oordeel dat in dit geval, mede in het licht van de persoon van verdachte, een onvoorwaardelijk strafdeel niet opportuun is. Zowel verdachte als de maatschappij zijn hierbij niet gebaat en het kan gelet op de hulp die verdachte nodig heeft zelfs een contraproductief effect hebben. De rechtbank acht het juist van groot belang dat verdachte aan zichzelf gaat werken, zijn handelen onder ogen gaat zien en hier inzicht in krijgt door middel van behandeling.
Om voornoemde redenen zal de rechtbank de eis van de officier van justitie volgen en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen, met daaraan gekoppeld de voorwaarden zoals geformuleerd door de reclassering in het rapport van 5 januari 2024.
Alles overwegend acht de rechtbank een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van een maand met een proeftijd van twee jaar passend en geboden.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

8.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

een afbeelding/gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;

- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van een maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat deze straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
* dat verdachte meewerkt aan diagnostiek en zich laat behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is gericht op zijn psychosociaal functioneren en seksualiteit. De behandeling start zo snel mogelijk. De behandeling bestaat uit maximaal 20 sessies. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen is geen onderdeel van de behandeling;
* dat verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte bespreekt met de reclassering hoe hij voorkomt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal.
Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden
verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te
voorkomen. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd.
Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is
gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van betrokkene. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F.C. Janssen, voorzitter, mr. C.H.M. Pastoors en mr. J.M.J.C. Paijmans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. Heitzman, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 20 november 2024.
Mr. Pastoors en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

9.Bijlage I

De tenlastelegging
hij op of omstreeks 25 augustus 2022 te [plaats] , gemeente Waalwijk, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s en/of films en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende afbeelding(en) heeft verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedraging(en) — zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een onnatuurlijke houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films en/of door het camerastandpunt nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen, borsten en/of billen in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
( art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht )