Op 20 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van betrokkene. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS met verpleging van overheidswege met één jaar toegewezen. Betrokkene, geboren in 1976, verblijft momenteel in een kliniek en heeft een geschiedenis van ernstige psychische stoornissen, waaronder een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een psychotische stoornis door cocaïne. De rechtbank heeft vastgesteld dat de TBS kan worden verlengd, omdat er nog steeds een hoog recidivegevaar aanwezig is en de veiligheid van anderen in het geding is. De rechtbank heeft de positieve ontwikkeling van betrokkene in zijn behandeltraject erkend, maar concludeert dat de behandeling meer tijd vergt dan de resterende termijn van één jaar. De rechtbank heeft daarom besloten de TBS met verpleging van overheidswege te verlengen met één jaar, met de mogelijkheid om in de toekomst te toetsen of een voorwaardelijke beëindiging van de TBS mogelijk is. De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, waarbij de rechtbank ook rekening heeft gehouden met de adviezen van de TBS-instelling en de standpunten van zowel de officier van justitie als de verdediging.