ECLI:NL:RBZWB:2024:7921
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking beroep tegen UWV-besluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2024, wordt het verzoek van verzoekster om een veroordeling van het UWV in de proceskosten beoordeeld. Verzoekster had haar beroep tegen een besluit van het UWV van 18 april 2023 ingetrokken, omdat het UWV op 9 juli 2024 dit besluit had vervangen door een nieuw besluit. De rechtbank heeft het UWV de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, maar het UWV heeft geen inhoudelijke reactie gegeven.
De rechtbank oordeelt dat het UWV geheel aan verzoekster is tegemoetgekomen door het nieuwe besluit, waardoor het verzoek om proceskostenveroordeling kennelijk gegrond is. Verzoekster krijgt een vergoeding van haar proceskosten, die is berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De rechtbank wijst erop dat het UWV ook verplicht is het door verzoekster betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden.
De totale vergoeding aan verzoekster bedraagt € 1.813,40, inclusief reiskosten en kosten voor rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, indien zij het er niet mee eens zijn.