ECLI:NL:RBZWB:2024:7883

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 oktober 2024
Publicatiedatum
18 november 2024
Zaaknummer
11272528 _ MB VERZ 24-1097
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens onduidelijke parkeersituatie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het parkeren van een voertuig op een plek waar dat niet was toegestaan, volgens bord E1 (parkeerverbod) op de Gravenstraat te Breda op 5 mei 2023. Betrokkene heeft tegen deze boete beroep aangetekend bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 11 oktober 2024 was de zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. Betrokkene voerde aan dat hij een lopende parkeervergunning had en dat het parkeren op het pleegtijdstip gratis zou zijn geweest. Hij betwistte de gedraging en verwees naar bijlagen die hij had meegestuurd, waarin hij stelde dat er meerdere parkeervakken aan de zijkant van de weg waren, wat de onduidelijkheid over de parkeersituatie zou bevestigen.

De zittingsvertegenwoordiger steunde de stelling van betrokkene en merkte op dat de situatie onduidelijk was, mede door veranderingen in de belijning en bebording. De kantonrechter concludeerde dat het niet vast te stellen was of de gedraging daadwerkelijk had plaatsgevonden, waardoor de boete ten onrechte was opgelegd. Het beroep werd gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de boete werden vernietigd, en de officier van justitie werd opgedragen het betaalde bedrag van € 119,- aan betrokkene terug te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11272528 \ MB VERZ 24-1097
CJIB-nummer : 9062 5422 5783 6109
uitspraakdatum : 11 oktober 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 oktober 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: een voertuig parkeren waar dat niet mag (bord E1, parkeerverbod(szone)) op de Gravenstraat te Breda op 5 mei 2023 om 23:26 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene heeft een lopende parkeervergunning en betrokkene geeft aan dat het parkeren op het pleegtijdstip sowieso gratis was geweest als betrokkene geen vergunning had. Verder geeft betrokkene aan, na de foto ingezien te hebben van de gemeente Breda, dat ondanks de borden voor het niet parkeren, er aan het begin van de pleeglocatie meerdere parkeervakken zijn opgesteld aan de zijkant van de weg. Meer specifiek gaat het om vier parkeervakken. Betrokkene verwijst naar de door hem meegestuurde bijlagen. Betrokkene is er om die reden van overtuigd dat hij volgens de verkeersregels juist geparkeerd stond. Betrokkene heeft aanvullend aangevoerd dat hij niet ter zitting zal verschijnen.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Via Google Streetview is een foto van het jaar 2022 beschikbaar. De zittingsvertegenwoordiger heeft op basis van de foto in het dossier en de foto van Google de indruk dat de belijning inmiddels is veranderd dat de oude betegeling niet geheel is aangepast. Hierdoor is het onduidelijk of het om een parkeervak gaat en evenmin is de bebording vast te stellen. Om die reden is de zittingsvertegenwoordiger het met betrokkene eens dat het gaat om een onduidelijke situatie. Gelet daarop is de zittingsvertegenwoordiger van mening dat betrokkene het voordeel van de twijfel dient te krijgen.

Overwegingen

De kantonrechter is het met de zittingsvertegenwoordiger eens dat het een onduidelijke situatie betreft. Gelet daarop is niet vast te stellen of de gedraging is verricht.
Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 119,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2024.
De griffier is niet in de gelegenheid om deze uitspraak mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: