ECLI:NL:RBZWB:2024:7878

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 oktober 2024
Publicatiedatum
18 november 2024
Zaaknummer
11272560 _ MB VERZ 24-1099
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijk gegrond beroep tegen verkeersboete met matiging van de boete tot nihil

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op de Houtmarkt in Breda op 14 juni 2023. Betrokkene heeft tegen de beslissing van de officier van justitie beroep ingesteld, nadat deze het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft betrokkene aangevoerd dat de boete niet redelijk was, gezien de omstandigheden waaronder de gedraging had plaatsgevonden. Hij stelde dat hij door verkeersregelaars in de richting van de geslotenverklaring was gestuurd vanwege bouwwerkzaamheden, en dat hij dit ook had aangegeven bij de verkeersregelaar. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft verzocht om de boete te matigen, gezien de moeilijkheid om bewijs aan te dragen voor de omstandigheden van de gedraging.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was aangetoond door de verklaring van de verbalisant en de foto’s in het dossier. Echter, de kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de omstandigheden van betrokkene aannemelijk waren en heeft besloten de boete te matigen tot nihil. Het beroep is gedeeltelijk gegrond verklaard, en de beslissing van de officier van justitie is gewijzigd. Betrokkene zal het bedrag dat hij te veel aan zekerheid heeft betaald, terugontvangen van de officier van justitie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer.: 11272560 \ MB VERZ 24-1099
CJIB-nummer: 3062 5422 5881 7439
uitspraakdatum: 11 oktober 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 11 oktober 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: handelen in strijd met een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12 op de Houtmarkt (richting Karnemelkstraat) te Breda op 14 juni 2023 om 14:07 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Op 14 juni 2023 werd betrokkene door verkeersregelaar(s) de Houtmarkt/Karnemelkstraat ingestuurd in verband met bouwwerkzaamheden bij het gebouw van PostNL op de kruising Oude Vest/Keizerstraat, waardoor de weg geblokkeerd was op dat moment. Er was op dat moment geen andere mogelijkheid om anders te rijden dan de aangegeven richting. Om die reden is de boete onterecht en al helemaal omdat betrokkene weet dat deze rijrichting niet is toegestaan voor personenauto’s en dat ook heeft aangegeven bij de verkeersregelaar. Daarnaast is betrokkene het niet eens met de beslissing van de officier van justitie, aangezien het lastig is om bewijs aan te dragen van de genoemde omstandigheid.
Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat hij de verkeersregelaar wees op het bord, maar dat de verkeersregelaar bleef bij zijn aanwijzing.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gedeeltelijk gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het gerechtshof is erg streng in zulke zaken, waarbij de omstandigheid aannemelijk moet worden gemaakt. De zittingsvertegenwoordiger kan zich voorstellen dat het niet makkelijk is, aangezien de verkeersregelaars niet op de foto staan en het moeilijk is om na te vragen. Daarbij zijn er al een langere periode werkzaamheden bij de pleeglocatie en heeft de zittingsvertegenwoordiger navraag gedaan bij de gemeente wegens het consistente verweer van betrokkene. Ondanks dat er geen reactie van de gemeente is ontvangen, verzoekt de zittingsvertegenwoordiger om betrokkene het voordeel van de twijfel te geven en de boete op nihil te stellen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Uit de foto’s in het dossier blijkt voldoende dat betrokkene heeft nagelaten om gehoor te geven aan de bebording.
De boete is in zoverre dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat de kantonrechter van oordeel is dat de aangevoerde omstandigheden van betrokkene aannemelijk zijn gemaakt. Betrokkene heeft consistent deze beroepsgronden aangevoerd en is ter zitting verschenen om zijn standpunt nader toe te lichten. De boete zal worden gematigd tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 119,- dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.W.M. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier E. Alekperov, en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2024.
De griffier is niet in de gelegenheid om deze uitspraak mede te ondertekenen.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 90008, 4800 PA Breda Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: