ECLI:NL:RBZWB:2024:7863
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar WOZ-beschikking
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 november 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de niet-ontvankelijk verklaring van de heffingsambtenaar behandeld. Het betreft een WOZ-beschikking voor een object in [plaats], met als aanslagnummer [aanslagnummer]. De rechtbank oordeelt dat het bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard door de heffingsambtenaar, die stelde dat het bezwaar niet tijdig was ingediend. De rechtbank stelt vast dat de aanslag, gedateerd op 25 februari 2022, pas op 12 april 2023 door de belanghebbende is ontvangen. Hierdoor is de bezwaartermijn pas op dat moment aangevangen, wat betekent dat het bezwaar tijdig is ingediend. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de heffingsambtenaar op om alsnog inhoudelijk op het bezwaar te beslissen. Tevens wordt de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan de belanghebbende. De uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, in aanwezigheid van griffier N. Plasman.