ECLI:NL:RBZWB:2024:7851

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 oktober 2024
Publicatiedatum
15 november 2024
Zaaknummer
11328499 VV EXPL 24-62 (EV)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in kort geding over loonvordering en verstrekking van bruto/netto-specificaties

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 oktober 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding. De eiseres, die gedeeltelijk kosteloos procedeert op basis van een toevoeging, heeft de vennootschap onder firma (VOF) en haar vennoten gedagvaard wegens een loonvordering. De VOF is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De eiseres vordert onder andere betaling van achterstallig loon, wettelijke verhoging, en deugdelijke bruto/netto-specificaties. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eiseres een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen, aangezien zij haar loon nodig heeft voor haar levensonderhoud. De gevorderde voorzieningen zijn toewijsbaar bevonden, met uitzondering van de vakantietoeslag die pas in mei hoeft te worden uitgekeerd. De wettelijke verhoging is beperkt tot 25%. De VOF is veroordeeld in de proceskosten van de eiseres, die zijn begroot op € 905,92. De kantonrechter heeft de VOF hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon, de wettelijke verhoging, en de verstrekking van de bruto/netto-specificaties binnen twee weken na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Breda
zaaknummer 11328499 VV EXPL 24-62
vonnis in kort geding van 29 oktober 2024
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [plaats 1] aan het [adres 1] ,
eiseres,
gedeeltelijk kosteloos procederend op basis van een toevoeging met nummer: [nummer] ,
gemachtigde: mr. D. Vong, advocaat te Rijen,
tegen

1.de vennootschap onder firma [gedaagde sub 1] ,

gevestigd en kantoorhoudende te [plaats 2] aan [adres 2] ,
2. [gedaagde sub 2]in zijn hoedanigheid van vennoot van de voornoemde VOF,
3. [gedaagde sub 3]in haar hoedanigheid van vennoot van de voornoemde VOF,
beiden woonplaats hebbende te [plaats 2] aan [adres 2] ,
gedaagden,
niet verschenen.
Partijen worden door de kantonrechter hierna aangeduid als “ [eiseres] ” en “de VOF” (in vrouwelijk enkelvoud).

1.Het verloop van de procedure

1.1
Het procesverloop blijkt uit de dagvaarding van 17 oktober 2024 met producties.
1.2
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2024. Ter zitting waren aanwezig [eiseres] in persoon, bijgestaan door mr. Vong voornoemd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt.

2.Het geschil en de beoordeling

2.1
[eiseres] vordert om bij wege van voorlopige voorziening, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, -samengevat- de VOF hoofdelijk te veroordelen:
- tot betaling van (achterstallig) loon, te vermeerderen met wettelijke verhoging en wettelijke rente;
- tot afgifte van deugdelijke bruto/netto-specificaties, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
- tot betaling van de buitengerechtelijke kosten, de proceskosten en de nakosten.
2.2
De VOF is, hoewel behoorlijk gedagvaard, niet ter zitting verschenen, zodat tegen haar verstek is verleend.
2.3
De kantonrechter dient in deze procedure te beoordelen of [eiseres] een spoedeisend belang heeft bij de gevorderde voorzieningen en of aannemelijk is dat de vorderingen van [eiseres] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben dat het – mede gelet op de belangen van partijen over en weer – gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van de voorzieningen zoals gevorderd.
2.4
Het spoedeisend belang van de gevorderde voorzieningen is gelegen in de aard van de vorderingen. [eiseres] heeft haar loon immers nodig om te kunnen voorzien in haar levensonderhoud.
2.5
De gevorderde voorzieningen komen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze toewijsbaar zijn, met inachtneming van het volgende.
2.6
De gevorderde vakantietoeslag hoeft pas in mei te worden uitgekeerd, zodat deze nog niet toewijsbaar is.
2.7
De wettelijke verhoging zal, gelet op de omstandigheden van het geval, worden beperkt tot 25%.
2.8
De afgiftetermijn voor de bruto/netto-specificaties zal worden bepaald op twee weken na betekening van het vonnis, dan wel het eindigen van de desbetreffende loonperiode. De dwangsom wordt bepaald en gemaximeerd als in de beslissing is vermeld.
2.9
De VOF zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten van [eiseres] . De proceskosten van [eiseres] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
140,92
- griffierecht
87,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
905,92

3.De beslissing in kort geding

De kantonrechter:
veroordeelt de VOF hoofdelijk, en wel zo dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, om aan [eiseres] te betalen:
een bedrag van € 8.678,40 bruto aan loon over juni tot en met september 2024, te vermeerderen met de wettelijke verhoging van € 2.169,60 bruto en de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2024 tot de dag van de volledige betaling;
een bedrag van € 2.169,60 bruto aan loon per maand vanaf 1 oktober 2024 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd;
de buitengerechtelijke kosten van een bedrag van € 905,18;
veroordeelt de VOF, hoofdelijk, om binnen twee weken na betekening van dit vonnis, dan wel vanaf twee weken na iedere nog te verstrijken loonperiode, aan [eiseres] te verstrekken deugdelijke bruto/netto-specificaties over de loonperiodes vanaf juni 2024, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 als de VOF niet binnen deze termijnen aan de veroordeling voldoet, met een maximum van € 2.000,00;
veroordeelt de VOF hoofdelijk, en wel zo dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten van € 905,92, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als de VOF niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en is in het openbaar uitgesproken op 29 oktober 2024.