11.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
openlijke in vereniging geweld plegen tegen personen en goederen, terwijl dat geweld zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op het adres Ringbaan West 275 te Tilburg . Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. Huisbezoeken zijn onderdeel van de meldplicht;
* dat verdachte, indien de reclassering dat nodig en uitvoerbaar acht, actief deelneemt aan de gedragsinterventie agressieregulatie of alcohol en geweld of een andere gedragsinterventie die gericht is op agressiebeheersing. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
* dat verdachte, indien de reclassering het nodig acht, meewerkt aan intake, diagnostiek en dat laat hij zich behandelen door Ambulant Forensisch Centrum Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo spoedig mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
* dat verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. Verdachte houdt zich aan de afspraken met de gemeente Tilburg . Verdachte overhandigt bewijsstukken zoals een arbeidsovereenkomst, loonstroken, of sollicitatiebrieven;
* dat verdachte meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- gelast de teruggave aan verdachte van het van inbeslaggenomen voorwerp, te weten een geldbedrag van € 1.175,00;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij arrest d.d. 15 april 2021 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 23-001799-20
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
een gevangenisstraf van twee maanden;
De benadeelde partij [slachtoffer 3]
- verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 3] in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil;
De benadeelde partij [slachtoffer 4]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van € 6.134,33, waarvan € 134,33 aan materiële schade en € 6.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 januari 2023 voor wat betreft de immateriële schade en vanaf 22 februari 2023 voor wat betreft de materiële schade tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor een bedrag € 1.000,00;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 4] € 6.134,33 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 22 januari 2023 voor wat betreft de immateriële schade en vanaf 22 februari 2023 voor wat betreft de materiële schade tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 65 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor een bedrag € 1.000,00;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
De benadeelde partij [slachtoffer 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 1.300,00, waarvan € 300,00 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 22 januari 2023 voor wat betreft de immateriële schade en vanaf 22 februari 2023 voor wat betreft de materiële schade tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 1] € 1.300,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 22 januari 2023 voor wat betreft de immateriële schade en vanaf 22 februari 2023 voor wat betreft de materiële schade tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 23 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
De benadeelde partij [slachtoffer 2]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 3.418,74 waarvan € 2.418,74 aan materiële schade en € 1.000,00 aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 22 januari 2023 voor wat betreft de immateriële schade en vanaf 22 februari 2023 voor wat betreft de materiële schade tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het [slachtoffer 2] € 3.418,74 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 22 januari 2023 voor wat betreft de immateriële schade en vanaf 22 februari 2023 voor wat betreft de materiële schade tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 44 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het gehele bedrag;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.I. Beudeker, voorzitter, mr. M. van de Wetering en
mr. J.M.J.C. Paijmans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.C.L.J. Luijten, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 15 november 2024.
Mr. M.E.I. Beudeker is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
hij, op of omstreeks 22 januari 2023 te Tilburg openlijk, te weten aan de Sweelincklaan, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,
in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meerdere personen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] ,
door die
- meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of te stompen tegen het gezicht en/of het hoofd, en/of het lichaam, en/of
- te schoppen en/of te trappen tegen het hoofd, en/of het lichaam, en/of
- te bijten in de lip van die [slachtoffer 4] ,
- en/of een goed, te weten een personenauto (gekentekend [kenteken] ) door meermalen, althans eenmaal te trappen tegen die auto, terwijl hij, verdachte deze goederen opzettelijk heeft vernield
en dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig lichamelijk letsel, te weten een snee in de lip, voor die [slachtoffer 4] , ten gevolge heeft gehad;
(art. 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art. 141 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)