Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats] ;
2 februari 2025.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 2 februari 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlening van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 1982. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden, gebaseerd op artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren. De betrokkene heeft aangegeven dat zij het niet eens is met eerdere uitspraken over haar toestand en dat zij geen nieuwe zorgmachtiging nodig acht. De advocaat van de betrokkene heeft echter betoogd dat er nog steeds zorgen zijn over haar geestelijke gezondheid en dat een verlenging van de zorgmachtiging noodzakelijk is.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat deze stoornis leidt tot ernstig nadeel voor haarzelf en haar omgeving. De rechtbank oordeelt dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de verzochte duur van twaalf maanden, met ingang van 2 februari 2024 en eindigend op 2 februari 2025. De beschikking is mondeling gegeven door rechter Borm en schriftelijk uitgewerkt op 9 februari 2024.