9.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 29 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 120 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
60 dagen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [stiefdochter] van € 762,23, waarvan € 12,23 aan materiële schade en € 750,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, voor wat betreft de materiële schade vanaf 24 oktober 2024 en voor wat betreft de immateriële schade vanaf 22 mei 2022, alles tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat de te betalen immateriële schadevergoeding van € 750,- zal worden gestort op een ten behoeve van [stiefdochter] (geboren op [geboortedag 2] 2009 te [plaats] ) te openen spaarrekening met een BEM-clausule;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [stiefdochter] tot een bedrag € 31,80 af;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij, begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [stiefdochter] ,
€ 762,23te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, voor wat betreft een bedrag van € 12,23 aan materiële schade vanaf 24 oktober 2024 en voor wat betreft een bedrag van € 750,- vanaf 22 mei 2022, alles tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
15 dagengijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H.M. Pastoors, voorzitter, mr. R.H.M. Pooyé en mr. V. Hartman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.R. Tafazzul, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 14 november 2024.