Op 14 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die op 9 juni 2022 te Tilburg openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon. De verdachte, geboren in 1987, werd bijgestaan door raadsman mr. J.H.E.M. Kersemaekers. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 31 oktober 2024, waarbij de officier van justitie, mr. A. Verhoeven, de verdenking tegen de verdachte uiteenzette. De tenlastelegging hield in dat de verdachte samen met anderen openlijk geweld had gepleegd tegen het slachtoffer, dat letsel opliep door de geweldshandelingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een wezenlijke bijdrage had geleverd aan het geweld, ondanks dat niet kon worden vastgesteld wie precies welke geweldshandeling had gepleegd. De rechtbank achtte het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank overwoog dat het geweld openlijk en met verenigde krachten was gepleegd, wat blijkt uit de camerabeelden en de verklaringen van getuigen. De verdachte had een afspraak gemaakt met het slachtoffer, die aanvankelijk bedoeld leek om te praten, maar in werkelijkheid was bedoeld om geweld te gebruiken. De rechtbank legde de verdachte een taakstraf van 150 uren op, rekening houdend met de ernst van het feit, de maatschappelijke onrust die het geweld veroorzaakte, en het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor een geweldsdelict. De rechtbank sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten en verklaarde hem strafbaar op basis van de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.