Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mevrouw [naam 1], psychiater;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 november 2024 een zorgmachtiging verleend aan een betrokkene, geboren in 1954, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van een verzoekschrift op 23 oktober 2024. Tijdens de mondelinge behandeling, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder een psychiater en een GZ-psycholoog in opleiding. De betrokkene, die bijgestaan werd door haar advocaat, heeft aangegeven dat het goed met haar gaat en dat zij haar medicatie consequent gebruikt. Echter, de psychiater heeft zorgen geuit over de zelfverzorging van de betrokkene, die lijdt aan een autismespectrumstoornis en een depressieve stemmingsstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onvoldoende ziektebesef bij de betrokkene, wat leidt tot de conclusie dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 7 november 2025, en heeft daarbij de verzoeken om aanvullende zorgvormen afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie.