In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 oktober 2024 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1958, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de beschikking verleend na een zorgvuldige beoordeling van de ingediende stukken, waaronder medische verklaringen en een zorgplan. De mondelinge behandeling vond plaats met gesloten deuren, waarbij betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type en polymiddelenafhankelijkheid, wat leidt tot ernstig nadeel voor hemzelf en zijn omgeving. Dit nadeel omvat onder andere ernstig lichamelijk letsel, psychische schade en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene vertoont hinderlijk gedrag en is in het verleden betrokken geweest bij incidenten die agressie oproepen.
De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat betrokkene wisselend in de samenwerking is en niet kan worden vertrouwd op vrijwillige medewerking aan de zorg. De toegewezen vormen van verplichte zorg omvatten het toedienen van medicatie, medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid, insluiting, en opname in een accommodatie. De zorgmachtiging is verleend tot en met 3 oktober 2026, en de beschikking is mondeling gegeven en openbaar uitgesproken.