ECLI:NL:RBZWB:2024:7736

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 oktober 2024
Publicatiedatum
13 november 2024
Zaaknummer
C/02/422754 / FA RK 24-2384
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van de Kraats
  • mr. Hurkmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van het ouderlijk gezag in een zaak van een vrouw die alleen verantwoordelijk wil zijn voor de zorg van haar kinderen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 oktober 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de wijziging van het ouderlijk gezag. De vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. G.A.P. Avontuur, verzoekt om alleen belast te worden met het ouderlijk gezag over haar twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De man, die volgens de Basisregistratie persoonsgegevens ingeschreven staat op een adres in Roemenië, heeft al geruime tijd geen contact meer met de kinderen en is niet in staat om weloverwogen beslissingen over hen te nemen. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 oktober 2024, waar ook een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig was, werd duidelijk dat de kinderen weinig tot geen contact met hun vader hebben en dat zij willen dat hun moeder alleen beslissingen over hen kan nemen.

De rechtbank overweegt dat de man door zijn afwezigheid en gebrek aan betrokkenheid niet meer in staat is om de belangen van de kinderen te behartigen. De Raad voor de Kinderbescherming steunt het verzoek van de vrouw, en de rechtbank concludeert dat het in het belang van de kinderen is dat de vrouw alleen het gezag over hen heeft. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw toe en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht een eventueel hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Breda
Zaaknummer: C/02/422754 / FA RK 24-2384
datum uitspraak 31 oktober 2024
beschikking over wijziging van het gezag
in de zaak van
[de vrouw],
wonende in [woonplaats],
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. G.A.P. Avontuur,
en
[de man],
volgens de Basisregistratie persoonsgegevens ingeschreven op het adres aan [woonadres 1], maar feitelijk verblijvend aan [woonadres 2], Roemenië,
hierna te noemen de man.
1. Het procesverloop
1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 17 mei 2024 ontvangen verzoekschrift met bijlagen van de vrouw;
- de brief van mr. Avontuur van 24 juni 2024.
1.2. De zaak is behandeld op de mondelinge behandeling van 17 oktober 2024. Bij die gelegenheid is de vrouw verschenen. Zij werd bijgestaan door haar advocaat. Ook de man is verschenen. Daarnaast was aanwezig een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Zuidwest Nederland, locatie Breda, hierna te noemen de Raad.
1.3. De minderjarige kinderen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn gelet op hun leeftijd uitgenodigd om aan de rechtbank te vertellen wat zij belangrijk vinden en wat hun wensen en behoeften zijn. De kinderen hebben op 11 oktober 2024 een gesprek gehad met de kinderrechter.

2.De feiten

2.1.
Zoals blijkt uit de stellingen en ingediende stukken staat tussen partijen het volgende vast:
- partijen zijn met elkaar getrouwd geweest van 22 juli 2012 tot 16 augustus 2019;
- tijdens hun huwelijk zijn de volgende, nu nog minderjarige kinderen geboren:
1. [minderjarige 1], geboren in [geboorteplaats 1], op [geboortedag 1] 2007, en
2. [minderjarige 2], geboren in [geboorteplaats 2] op
[geboortedag 2] 2012;
- de kinderen wonen bij de vrouw.

3.Het verzoek

De vrouw verzoekt, samengevat, te bepalen dat zij voortaan alleen is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2].

4.De beoordeling

4.1.
Voor de onderbouwing van haar verzoek geeft de vrouw aan dat de man nauwelijks contact heeft met de kinderen. Partijen hadden afspraken over een zorgregeling, maar die afspraken verliepen niet goed. De man was voor langere periodes in Roemenië en onderhield het contact met de kinderen dan niet. Daarnaast is er een ernstig incident geweest tussen de man en de kinderen. Uiteindelijk is de zorgregeling bij beschikking van 27 juli 2021 beperkt naar een middag per drie weken, maar ook die regeling wordt niet meer uitgevoerd. De man maakt feitelijk al jaren geen deel meer uit van het leven van de kinderen en de band tussen hen is zo goed als verdwenen. Het is dan ook anderszins in het belang van de kinderen om haar met het eenhoofdig gezag te belasten.
4.2.
Op de mondelinge behandeling heeft de man aangegeven dat hij het verzoek van de vrouw begrijpt. Hij heeft al lange tijd geen contact met de kinderen.
4.3.
De Raad heeft op de mondelinge behandeling aangegeven dat de man al geruime tijd uit beeld is en daardoor moeilijk beslissingen kan nemen die in het belang zijn van de kinderen. De Raad staat achter het verzoek van de vrouw.
4.4.
De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van artikel 7 Brussel II-ter is de Nederlandse rechter bevoegd om over dit verzoek te oordelen, omdat de kinderen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben. Op de beoordeling van het verzoek past de rechtbank Nederlands recht toe.
4.5.
Vanwege de nationaliteit van de kinderen en de geboorteplaats van [minderjarige 1] moet eerst worden beoordeeld of beide partijen gezamenlijk belast zijn met het ouderlijk gezag over de kinderen. Na toepassing van het toepasselijk recht beantwoordt de rechtbank deze vraag bevestigend.
4.6.
Vast staat dat de man al geruime tijd niet betrokken is geweest bij de kinderen en geen zicht meer heeft op hun behoefte en ontwikkeling. Hierdoor is hij niet langer in staat om nog weloverwogen (belangrijke) beslissingen te kunnen nemen over hen. In haar beoordeling betrekt de kinderrechter ook dat beide kinderen hebben aangegeven dat zij weinig tot geen contact met de man hebben. Zij willen graag dat de vrouw alleen de beslissingen over hen kan nemen, omdat de man hen niet meer kent. Gelet op het bovenstaande vindt de rechtbank het anderszins in het belang van de kinderen dat de vrouw voortaan alleen het ouderlijk gezag over hen heeft. Daarmee sluit de juridische situatie ook aan bij de feitelijke situatie en kan de vrouw in het belang van de kinderen handelen. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen.
4.7.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd. Dit houdt in dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
bepaalt dat het gezag over de minderjarigen:
1. [minderjarige 1], geboren in [geboorteplaats 1], op [geboortedag 1] 2007, en
2. [minderjarige 2], geboren in [geboorteplaats 2] op [geboortedag 2] 2012, voortaan aan de vrouw alleen toekomt;
5.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van de Kraats, en, in tegenwoordigheid van mr. Hurkmans, griffier, in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2024.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.