In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 oktober 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de wijziging van het ouderlijk gezag. De vrouw, bijgestaan door haar advocaat mr. G.A.P. Avontuur, verzoekt om alleen belast te worden met het ouderlijk gezag over haar twee minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De man, die volgens de Basisregistratie persoonsgegevens ingeschreven staat op een adres in Roemenië, heeft al geruime tijd geen contact meer met de kinderen en is niet in staat om weloverwogen beslissingen over hen te nemen. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 oktober 2024, waar ook een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig was, werd duidelijk dat de kinderen weinig tot geen contact met hun vader hebben en dat zij willen dat hun moeder alleen beslissingen over hen kan nemen.
De rechtbank overweegt dat de man door zijn afwezigheid en gebrek aan betrokkenheid niet meer in staat is om de belangen van de kinderen te behartigen. De Raad voor de Kinderbescherming steunt het verzoek van de vrouw, en de rechtbank concludeert dat het in het belang van de kinderen is dat de vrouw alleen het gezag over hen heeft. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw toe en compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht een eventueel hoger beroep.