ECLI:NL:RBZWB:2024:7719
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een patiobungalow in Tilburg
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 november 2024, wordt het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg beoordeeld. De heffingsambtenaar had de waarde van de woning, een patiobungalow, vastgesteld op € 433.000 per 1 januari 2022, wat leidde tot een aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2023. Belanghebbende was het niet eens met deze waardevaststelling en stelde dat de waarde maximaal € 370.000 zou moeten zijn.
De rechtbank heeft het beroep behandeld op 9 oktober 2024, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en vertegenwoordigers van de heffingsambtenaar aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar voldoende onderbouwing heeft gegeven voor de vastgestelde WOZ-waarde, onder andere door gebruik te maken van een taxatiematrix en vergelijkingsmethode. De rechtbank oordeelt dat de referentiewoningen die zijn gebruikt voor de waardebepaling voldoende vergelijkbaar zijn met de woning van belanghebbende.
Uiteindelijk komt de rechtbank tot de conclusie dat het beroep van belanghebbende ongegrond is. De WOZ-waarde en de aanslag OZB blijven gehandhaafd. Belanghebbende krijgt haar griffierecht niet vergoed, en de uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Indien belanghebbende het niet eens is met deze uitspraak, kan zij binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch.