ECLI:NL:RBZWB:2024:7713

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 november 2024
Publicatiedatum
12 november 2024
Zaaknummer
BRE 24/4033 en BRE 24/4034 NOW
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens ontbreken machtiging en uittreksel handelsregister

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 november 2024, wordt de niet-ontvankelijkheid van de beroepen van Slootweg Transport BV tegen de besluiten van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 maart 2024 behandeld. De rechtbank oordeelt dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, omdat de gemachtigde van eiseres, [gemachtigde], geen machtiging en geen uittreksel uit het handelsregister heeft overgelegd. Dit is in strijd met de vereisten van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat bepaalt dat een beroep namens een ander moet worden onderbouwd met de juiste documenten.

De rechtbank heeft de gemachtigde herhaaldelijk verzocht om de ontbrekende stukken te overleggen, maar deze verzoeken zijn niet opgevolgd. De rechtbank concludeert dat er geen verontschuldiging voor het verzuim is gegeven en dat de gemachtigde niet de intentie heeft om zelf in beroep te komen. Hierdoor kan de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk beoordelen en blijven de bestreden besluiten in stand.

De beslissing van de rechtbank is dat de beroepen niet-ontvankelijk worden verklaard, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummers: BRE 24/4033 NOW
BRE 24/4034 NOW

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 november 2024 in de zaken tussen

Slootweg Transport BV, uit Breda, eiseres

(gemachtigde: [gemachtigde]),
en

de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over de beroepen van eiseres tegen de bestreden besluiten van de minister van 22 maart 2024.
1.1.
Omdat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat [gemachtigde] geen machtiging en geen uittreksel uit het handelsregister heeft overgelegd. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die namens een ander beroep instelt, moet op verzoek van de rechtbank een machtiging indienen om aan te tonen dat hij namens die ander beroep mag instellen. [1] Wordt beroep ingesteld namens een rechtspersoon, dan moet ook een uittreksel van het handelsregister worden overgelegd. Aan de hand van zo'n uittreksel kan immers worden vastgesteld of degene die de volmacht heeft afgegeven, bevoegd is de rechtspersoon in rechte te vertegenwoordigen
.Als geen machtiging en/of uittreksel wordt overgelegd, kan de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaren. [2]
Zijn de gevraagde stukken overgelegd?
4. De beroepschriften zijn ingediend door [gemachtigde]. Bij de beroepschriften zijn geen machtigingen en geen uittreksels van het handelsregister bijgevoegd waaruit blijkt dat [gemachtigde] gemachtigd is om deze beroepen in te stellen namens Slootweg Transport BV. De rechtbank heeft [gemachtigde] in de brieven van 29 mei 2024 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Op 11 september 2024 heeft de rechtbank per aangetekende brieven [gemachtigde] nogmaals gevraagd om een machtiging en een uittreksel uit het handelsregister over te leggen. Deze brieven zijn retour gekomen, waarna de rechtbank op 18 oktober 2024 de brieven alsnog per gewone post heeft verzonden. In die brieven is nog een termijn van twee weken gegeven om het verzuim te herstellen. [gemachtigde] heeft binnen die termijn de gevraagde stukken niet overgelegd.

Is het niet tijdig indienen van de gevraagde stukken verontschuldigbaar?

5. [gemachtigde] heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken. Uit de beroepschriften blijkt dat [gemachtigde] niet de bedoeling heeft voor zichzelf in beroep te komen.

Conclusie en gevolgen

6. De beroepen zijn daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk beoordeelt en de bestreden besluiten in stand blijven. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.W. Ponds, rechter, in aanwezigheid van mr. A.J.M. van Hees, griffier op 13 november 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb.
2.Dit staat in artikel 6:6 van de Awb.