Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
ex artikel 530 van het Wetboek van strafvordering(Sv) ten laste van de Staat voor een bedrag van:
- € 1030,00 aan kosten van rechtsbijstand;
- € 500,00 voor vergoeding van inkomstenderving;
- € 340,00 als forfaitaire vergoeding voor het opstellen en indienen van het verzoekschrift dan wel € 680,00 bij behandeling van het verzoekschrift in raadkamer;
- de kennisgeving sepot van 14 januari 2022;
- de schriftelijke reactie van de officier van justitie;
- de overige stukken in het raadkamerdossier.
2.De beoordeling
€ 1.030.00is in voldoende mate onderbouwd en komt de rechtbank billijk voor. De rechtbank zal dit bedrag toewijzen.
€ 360,00toewijzen. De gevraagde reiskosten van € 50,00 zijn door verzoeker niet onderbouwd, zodat deze worden afgewezen.
€ 340,00toegekend.
3.De beslissing
€ 1.370,00zal worden overgemaakt op rekeningnummer [iban 1] ten name van Qudos Zeeuws Vlaanderen, onder vermelding van “ [verzoeker] [nummer] ”;
€ 360,00zal worden overgemaakt op rekeningnummer [iban 2] ten name van [bedrijf] , onder vermelding van “ [verzoeker] [nummer] ”;