ECLI:NL:RBZWB:2024:7674

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 oktober 2024
Publicatiedatum
11 november 2024
Zaaknummer
C/02/427394 / FA RK 24-4660
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in het kader van een verzoek tot verplichte zorg voor een betrokkene met psychische stoornissen

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 oktober 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging. De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden voor de betrokkene, geboren in 1997, die in een crisis situatie verkeerde. De rechtbank heeft de procedure op 28 oktober 2024 met gesloten deuren behandeld, waarbij de betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren, evenals een sociaal psychiatrisch verpleegkundige. De burgemeester van Goes had eerder op 17 september 2024 een crisismaatregel genomen, die op 20 september 2024 door de rechtbank was toegewezen.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft de betrokkene aangegeven dat het goed met hem gaat en dat hij sinds drie weken weer thuis verblijft. Hij heeft echter ook aangegeven dat hij medicatie alleen zal innemen als dit verplicht is, omdat hij van mening is dat hij geen bipolaire stoornis heeft. De sociaal psychiatrisch verpleegkundige heeft echter verklaard dat de betrokkene in het verleden stabiel was, maar dat hij recentelijk weer manisch psychotisch is geworden na het staken van zijn medicatie.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, waaronder schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en dat er ernstig nadeel kan ontstaan als hij niet behandeld wordt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien de betrokkene niet bereid is om medicatie in te nemen zonder verplichte zorg. Daarom heeft de rechtbank besloten om de gevraagde zorgmachtiging te verlenen, met de nodige maatregelen voor verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/427394 / FA RK 24-4660
Datum uitspraak: 28 oktober 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1997 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [woonplaats],
advocaat mr. P.M.J.T. Schumans te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen van 9 oktober 2024, binnengekomen bij de rechtbank op 9 oktober 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 28 oktober 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • dhr. [woonplaats], sociaal psychiatrisch verpleegkundige.

2.Wat vaststaat

2.1.
De burgemeester van Goes heeft de crisismaatregel op 17 september 2024 genomen.
2.2.
Op 20 september 2024 is het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel door de rechtbank Zeeland-West-Brabant toegewezen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden te verlenen.

4.Standpunten

4.1.
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het goed met hem gaat. Hij verblijft sinds drie weken weer thuis, hetgeen hij erg fijn vindt. Betrokkene geeft aan dat hij sterker uit de gedwongen opname is gekomen. Het was zwaar, maar hij heeft er ook van geleerd. De reden van de opname was gelegen in slaaptekort in combinatie met alcoholgebruik. Verder geeft betrokkene aan dat hij momenteel medicatie neemt. Hij neemt de medicatie enkel in omdat het verplicht is. Als medicatie-inname niet langer verplicht zal zijn, zal hij er gelijk mee stoppen. Betrokkene is namelijk van mening dat er bij hem geen sprake is van een bipolaire stoornis. Om die reden heeft hij ook geen medicatie nodig en was hij er eerder mee gestopt. Betrokkene geeft aan dat zijn ouders, zijn zus en zijn partner wel achter de zorgmachtiging staan.
4.2.
Namens betrokkene verzoekt de advocaat om het verzoek af te wijzen. Betrokkene heeft zijn standpunt duidelijk naar voren gebracht. Hij vindt een zorgmachtiging niet nodig. Betrokkene geeft wel aan dat hij medicatie zal innemen indien dit als een vorm van verplichte zorg wordt opgelegd.
4.3.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft de sociaal psychiatrisch verpleegkundige aangegeven dat betrokkene de afgelopen jaren stabiel was. Betrokkene was in het verleden ook altijd in de samenwerking voor wat betreft zijn medicatie-inname. Dat is momenteel anders. Een zorgmachtiging is volgens de sociaal psychiatrisch verpleegkundige dan ook noodzakelijk. Het innemen van medicatie door betrokkene is essentieel voor zijn herstel en voor zijn algemeen dagelijks functioneren. Zonder medicatie is betrokkene erg somber of juist enorm druk (manisch met psychotische overschrijdingen). Ten aanzien van de vormen van verplichte zorg sluit de sociaal psychiatrisch verpleegkundige zich aan bij de zorgmodaliteiten zoals die zijn verzocht nu deze voorzienbaar zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Het is de rechtbank gebleken dat er bij betrokkene sprake is van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, bipolaire-stemmingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Betrokkene is bekend met manische psychotische ontregelingen en depressieve episodes. Daarvoor is betrokkene ook in het verleden opgenomen geweest. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de in de medische verklaring gestelde diagnose.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.4.
Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene jarenlang stabiel is geweest. Hij verkreeg zorg in het ambulante kader en nam zijn medicatie trouw in. Betrokkene is echter gestopt met het innemen van medicatie nadat een vriend van hem geadviseerd had om de medicatie te staken om zijn geloof intenser te beleven. Hierdoor is betrokkene opnieuw manisch psychotisch geworden. De rechtbank stelt vast dat er een gevaar voor uitputting is als gevolg van slaapdeprivatie. Voor de huidige opname had betrokkene vier nachten niet geslapen. Daarnaast laat betrokkene zich – tijdens een decompensatie – niet meer corrigeren, dringen zijn ouders niet meer tot hem door en kan hij zijn werk niet meer uitoefenen. Tevens is betrokkene dan afhankelijk van de zorg door zijn ouders. Verder is er bij betrokkene sprake van onnodig geldverlies door onnodige aankopen. Ook kan er sprake zijn van agressie naar anderen en naar materiaal. Als gevolg hiervan heeft betrokkene tijdens zijn opname in de EBK moeten verblijven. Tot slot kan het onbehandeld blijven van een psychiatrisch toestandsbeeld leiden tot ernstige psychische schade. Hier moet betrokkene tegen worden beschermd.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Bij betrokkene is er geen sprake van ziektebesef en -inzicht. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat betrokkene niet bereid is om – op vrijwillige basis – medicatie in te nemen. Betrokkene meent namelijk dat hij geen medicatie nodig heeft. Dit is ook tijdens de mondelinge behandeling duidelijk geworden. Betrokkene accepteert alleen medicatie als het hem wordt opgedragen door middel van verplichte zorg. De rechtbank is derhalve van oordeel dat verplichte zorg de enige manier is om chronische stabilisatie en herstel te bereiken en te behouden.
5.7.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1997 in [geboorteplaats], inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 5.7. kunnen worden getroffen;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
28 april 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2024 door mr. Borm, rechter, in aanwezigheid van mr. Verplanke, griffier en op schrift gesteld op 11 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.