ECLI:NL:RBZWB:2024:765

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 februari 2024
Publicatiedatum
8 februari 2024
Zaaknummer
AWB- 24_437 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening inzake maatwerkvoorziening voor individuele begeleiding

Op 8 februari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam verzoeker], verzoeker, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder. Verzoeker had beroep ingesteld tegen het besluit van het college van 30 november 2023, waarin zijn aanvraag voor een maatwerkvoorziening voor individuele begeleiding via een persoonsgebonden budget werd afgewezen. Tevens had verzoeker een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.

Volgens artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven. De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Awb een verplichting tot betaling van griffierecht voorschrijft, zoals vastgelegd in artikel 8:82 in samenhang met artikel 8:41 van de Awb. Verzoeker is op 12 januari 2024 per aangetekende brief geïnformeerd over deze verplichting en is erop gewezen dat het griffierecht uiterlijk binnen twee weken moest worden betaald. Tevens is vermeld dat bij niet-tijdige betaling het verzoek niet-ontvankelijk verklaard kon worden.

De voorzieningenrechter constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen. Hierdoor is het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Constant, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/437 WLZ VV

uitspraak van de voorzieningenrechter van 8 februari 2024 in de zaak tussen

[naam verzoeker], uit [woonplaats verzoeker], verzoeker

en
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg (college), verweerder.

Inleiding

1. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van 30 november 2023 inzake verzoekers aanvraag voor een maatwerkvoorziening voor individuele begeleiding via een persoonsgebonden budget. Tevens heeft verzoeker een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.
1.1
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. In de Awb is de verplichting opgenomen tot betaling van griffierecht. Dit vloeit voort uit artikel 8:82 van de Awb, in samenhang met artikel 8:41 van de Awb.
2.1
Verzoeker is bij aangetekende brief van 12 januari 2024 gewezen op de verplichting tot het betalen van griffierecht. Aan verzoeker is meegedeeld dat het griffierecht uiterlijk binnen twee weken moet worden betaald. Verzoeker is er in deze brief tevens op gewezen dat bij niet tijdige betaling het verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard.
2.2
De voorzieningenrechter constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen. Het verzoek is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk.
Beslissing
De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.M. Schotanus, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Constant, griffier, op 8 februari 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.