ECLI:NL:RBZWB:2024:7644

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 november 2024
Publicatiedatum
7 november 2024
Zaaknummer
23/2990
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Josten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens ontbreken procesbelang na overlijden eiser

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 5 november 2024, wordt het beroep van de wijlen eiser tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk behandeld. Het beroep betreft een bestreden besluit van 13 april 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de indiener van het beroep, de eiser, is overleden. Op 16 oktober 2023 heeft de rechtbank de erfgenamen van de eiser aangeschreven met de vraag of zij het beroep willen voortzetten of intrekken. Er is echter geen reactie ontvangen van de erfgenamen. Op 30 april 2024 heeft de rechtbank een aangetekende brief gestuurd naar de erfgenamen, maar deze is retour ontvangen.

Op 24 september 2024 heeft de rechtbank het college gevraagd naar een contactpersoon van de erfgenamen, maar het college kon geen contactpersoon aanwijzen. Aangezien er geen erfgenamen zijn die het beroep willen voortzetten, concludeert de rechtbank dat het procesbelang aan het beroep is komen te ontvallen. Hierdoor is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door rechter mr. J. Josten, in aanwezigheid van griffier mr. Hooghiemstra, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 23/2990 WMO15

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 5 november 2024 in de zaak tussen

wijlen [eiser], uit [plaats], eiser

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Moerdijk, het college.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van het college van 13 april 2023.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De indiener van het beroep, eiser, is overleden. De rechtbank heeft bij brief van 16 oktober 2023 de erven van eiser aangeschreven met de vraag of zij het beroep willen voortzetten of dat zij het beroep willen intrekken. Hier is niet op gereageerd. De rechtbank heeft per aangetekend schrijven van 30 april 2024 aan de erven gevraagd om alsnog te reageren op de brief van 16 april 2023. Deze brief is door de rechtbank vervolgens retour ontvangen.
3. Op 24 september 2024 heeft de rechtbank aan het college gevraagd naar een contactpersoon van de erven van eiser. Het college heeft medegedeeld dat er geen contactpersoon bekend is.
4. Nu niet is gebleken dat er erfgenamen zijn die eiser in deze procedure zijn opgevolgd en de procedure zouden willen voortzetten, is de rechtbank van oordeel dat het procesbelang aan het beroep is komen te ontvallen. Het beroep zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. Josten, rechter, in aanwezigheid van mr. Hooghiemstra griffier, op 5 november 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.