ECLI:NL:RBZWB:2024:7643
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Josten
- Rechtspraak.nl
Veroordeling UWV tot betaling van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 november 2024, wordt het verzoek van de verzoeker om veroordeling van het UWV in de proceskosten beoordeeld. De verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het UWV, maar trok dit beroep in nadat het UWV alsnog een beslissing op bezwaar had genomen. De rechtbank heeft het UWV de gelegenheid gegeven om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling, waarop het UWV heeft aangegeven zich niet te verzetten tegen een veroordeling.
De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe, op basis van de overweging dat wanneer een beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de bestuursrechter het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten. De verzoeker had op 9 april 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar van 15 juni 2024. Aangezien het UWV alsnog een besluit op bezwaar heeft genomen, ziet de rechtbank aanleiding om het UWV te veroordelen in de proceskosten die de verzoeker redelijkerwijs heeft moeten maken.
De rechtbank kent een vergoeding van € 437,50 toe aan de verzoeker voor de proceskosten, aangezien de gemachtigde van de verzoeker een beroepschrift heeft ingediend en de zaak enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. Daarnaast wordt het UWV verplicht om het door de verzoeker betaalde griffierecht van € 51,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.