Uitspraak
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift van man met bijlagen, ingekomen op 3 juli 2023;
- het door de Raad overgelegde rapport en advies met bijlagen van 25 september 2023, ingekomen op 28 september 2023;
- het verweerschrift van de vrouw, tevens houdende een zelfstandig verzoek, ingekomen op 30 oktober 2023.
2.De feiten
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2007 in [geboorteplaats 1] ,
- De man heeft de zorg voor [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] gedurende een steeds terugkerende cyclus van vier weken, te weten:
- eenmaal op zondag van 09.00 uur tot 18.30 uur;
- eenmaal op zaterdag van 09.00 uur tot 21.30 uur;
- de man heeft iedere donderdag van 16.00 uur tot na de voetbal (± 19.30 uur) de zorg voor [minderjarige 3] . De man haalt [minderjarige 3] dan op van school en brengt hem weer terug bij de vrouw;
- voor wat betreft de kerstvakantie geldt een week voor de vrouw en een week voor de man, waarbij de volgorde van deze weken ieder jaar wordt gewisseld, met daarbij het wisselmoment op zaterdag om 09.00 uur, ongeacht hoe de feestdagen in die vakantie vallen.
3.De verzoeken en het verweer
- primair in die zin dat de minderjarigen een weekend per veertien dagen van donderdag na school tot zondagavond bij de man zullen verblijven, alsmede gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, waarbij ten aanzien van [minderjarige 3] geldt dat hij in de week waarin hij het weekend niet bij de man doorbrengt op donderdag na school tot na de voetbal ook bij de man verblijft;
- te bepalen dat er tussen de man en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] geen vastgestelde zorgregeling meer bestaat;
- de man een weekend per veertien dagen de zorg heeft over [minderjarige 3] vanaf vrijdag na
4.De standpunten
De Raad adviseert om [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , gezien hun leeftijd en de omstandigheden, niet te dwingen tot contact met de man. Dwang is moeilijk uitvoerbaar en heeft mogelijk een averechts effect. Er moet eerst rust gecreëerd worden, door in het kader van de ondertoezichtstelling te werken aan de door de Raad gestelde doelen, zonder dat daar de voorwaarde aan gekoppeld is dat er contact tussen [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en de man moet zijn. Wellicht ontstaan er dan vanuit deze rust mogelijkheden om te werken aan contact(herstel) tussen [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en de man. De GI zal dit in kaart moeten brengen en onderzoeken.
Er is sprake van een wijziging van omstandigheden op grond waarvan de bij beschikking van 11 januari 2023 vastgestelde zorgregeling aanpassing behoeft. Toen deze zorgregeling werd vastgesteld had de man namelijk nog geen woonruimte waar de kinderen konden overnachten. Daarom is er destijds een zorgregeling vastgesteld waarbij de kinderen niet bij de man zouden overnachten, behoudens gedurende de vakanties waarvoor de man dan steeds een vakantiehuis zou huren. Inmiddels heeft de man de beschikking over de woning van zijn vader. Hij mag daar wonen en de kinderen kunnen daar bij hem overnachten. De man heeft geprobeerd om in overleg met de vrouw tot uitbreiding van de zorgregeling te komen, maar dit is niet gelukt. Er is sprake van grote spanningen en wantrouwen tussen partijen. De communicatie tussen partijen verloopt zeer moeizaam. De man wil graag meer tijd met de kinderen doorbrengen en vindt dit ook wenselijk in het belang van de kinderen. De man kan hen helpen met hun huiswerk en aanmoedigen bij voetbal. Daarnaast is het ook in het belang van de identiteitsontwikkeling van de kinderen en hun vaderbeeld dat de kinderen tijd met hun vader doorbrengen. De huidige zorgregeling is daarvoor nog te beperkt. De kinderen zijn verzand geraakt in een loyaliteitsconflict. Dit heeft er in geresulteerd dat de oudste twee kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , momenteel niet op vaste tijden naar de man komen. De man respecteert dit en zal ten aanzien van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] geen nakoming van de zorgregeling afdwingen, maar hij wil toch dat de zorgregeling ten aanzien van alle drie de kinderen wordt uitgebreid op de door hem verzochte wijze. Hij wil hiermee waarborgen dat de kinderen weten dat zij allemaal even welkom bij hem zijn en dat zij zich ook vrij voelen om naar de man te gaan. Als [minderjarige 1] en [minderjarige 2] weer meer naar de man toe willen komen, is het helpend dat zij niet zelf met de vrouw moeten afstemmen of en zo ja, wanneer dat wat haar betreft kan, maar kunnen aanhaken bij een bestaande regeling. Hoewel zij ook buiten die regeling om welkom bij de man zijn. Op de donderdagen wil de man [minderjarige 3] naar voetbal blijven begeleiden. De vrouw werkt op donderdag en als [minderjarige 3] dan niet naar de man zou gaan, zou hij naar de BSO moeten, terwijl de man beschikbaar is en hem graag wil zien. [minderjarige 3] vindt het zelf ook fijn als de man iedere week met hem naar voetbal gaat. Ten aanzien van de zomervakantie geldt dat de omstandigheden zijn gewijzigd in die zin dat de man niet langer gebonden is aan de bouwvak en dus meer mogelijkheden heeft om ook de zomervakantie bij helfte met de vrouw te verdelen.
5.De beoordeling
Voor wat betreft het contactmoment dat de man op donderdag met [minderjarige 3] in het kader van de voetbaltraining heeft, ligt dit anders, omdat dit contactmoment expliciet ziet op de begeleiding van [minderjarige 3] door de man naar voetbal, terwijl dat voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] niet (meer) nodig is.
* In de overige vakanties zijn de kinderen de helft van de tijd bij de man en de helft van de
Feestdagen:
* Voor feestdagen buiten de vakanties geldt dat deze in onderling overleg tussen de ouders en, gedurende de ondertoezichtstelling zo nodig in afstemming met de GI, worden verdeeld.
Ten aanzien van de vakanties en feestdagen geldt dat de man de kinderen bij aanvang ophaalt bij de vrouw en de vrouw de kinderen bij het eind ophaalt bij man.
6.De beslissing
* In de overige vakanties zijn de kinderen de helft van de tijd bij de man en de helft van de
Feestdagen:
* Voor feestdagen buiten de vakanties geldt dat deze in onderling overleg tussen de ouders en, gedurende de ondertoezichtstelling zo nodig in afstemming met de GI, worden verdeeld.
Ten aanzien van de vakanties en feestdagen geldt dat de man de kinderen bij aanvang ophaalt bij de vrouw en de vrouw de kinderen bij het eind ophaalt bij man.
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.