Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
€ 437,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het gebruik van een puntstuk op de Traktaatweg (N62) te Westdorpe op 7 juli 2022. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 18 oktober 2024 heeft de gemachtigde van betrokkene, mr. M. Lagas, aangevoerd dat betrokkene zich de gedraging niet kan herinneren en dat er geen staandehouding heeft plaatsgevonden. De officier van justitie, vertegenwoordigd door mr. A. de Vreeze, heeft de verzoeken van de gemachtigde weerlegd en verzocht het beroep gegrond te verklaren. De kantonrechter heeft overwogen dat de verbalisant niet voldoende redenen heeft gegeven om van staandehouding af te zien, en dat de boete ten onrechte aan de kentekenhouder is opgelegd.
De kantonrechter heeft het beroep gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie en de boete vernietigd, en bepaald dat het bedrag dat betrokkene als zekerheid heeft betaald, door de officier van justitie moet worden terugbetaald. Tevens is een proceskostenvergoeding van € 1.187,00 toegekend aan betrokkene. Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, en is in het openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.