Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
De rechtbank stelt ook vast dat het dossier geen enkel ander objectief bewijsmiddel bevat dat de verklaring van [slachtoffer] ondersteunt. Het enkele feit dat 55 minuten na de vermeende diefstal drie jongens op de scooter van [slachtoffer] zijn gezien, is hiervoor naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende, te meer nu het dossier meerdere verklaringen bevat waaruit blijkt dat de scooter van [slachtoffer] vaker met instemming van [slachtoffer] door anderen werd gebruikt. De rechtbank kan gelet op het voorgaande dan ook niet vaststellen of de scooter van [slachtoffer] op 12 oktober 2022 is gestolen. De rechtbank kan dan ook niet anders dan verdachte vrijspreken van de primair tenlastegelegde diefstal van de scooter.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de onder feit 1 primair en subsidiair en feit 2 primair en subsidiair tenlastegelegde feiten;
een geldboete van € 250,00 voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast van
vijf dagen;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.