10.De beslissing
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4. is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, terwijl het door hem gepleegde
geweld enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 150 (honderdvijftig) uren, subsidiair 75 (vijfenzeventig) dagen vervangende hechtenis, waarvan 75 (vijfenzeventig) uren, subsidiair 37 (zevenendertig) dagen vervangende hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van deze taakstraf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd na te melden voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland (Rooseveltlaan 148, 4624 DE Bergen op Zoom); verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
* dat verdachte gedurende de proeftijd actief zal deelnemen aan de gedragsinterventie Cova, of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Verdachte houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
* dat verdachte zich inspant voor het vinden en behouden van betaald en/of onbetaald werk, met een vaste structuur;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde taakstraf naar rato van 2 uur per dag;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis d.d. 3 maart 2023 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 02-315613-22
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten
een gevangenisstraf van 3 (drie) maanden;
- gelast dat deze ten uitvoer te leggen gevangenisstraf wordt vervangen door
een taakstraf van 200 (tweehonderd) uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
90 (negentig) dagen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 642,97 (zeshonderdtweeënveertig euro en zevenennegentig cent), waarvan € 142,97 (honderdtweeënveertig euro en zevenennegentig cent) aan materiële schade en € 500,- (vijfhonderd euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf
13 mei 2023 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat de vordering voor dat gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
€ 642,97 (zeshonderdtweeënveertig euro en zevenennegentig cent) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 13 mei 2023 tot aan de dag der voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 12 (twaalf) dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.P.E. Mullers, voorzitter, mr. N. van der Ploeg-Hogervorst en mr. A.B. Scheltema Beduin, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Moggré-Hengst, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 30 oktober 2024.
Mr. J.P.E. Mullers en mr. A.J. Moggré-Hengst zijn niet in de gelegenheid het vonnis te ondertekenen.