ECLI:NL:RBZWB:2024:7547
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen opgelegde beslistermijn in bestuursrechtelijke zaak over omgevingsvergunning voor zonnepark
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 oktober 2024, wordt het verzet van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Drimmelen tegen een eerdere uitspraak van 6 juni 2024 behandeld. In die uitspraak werd het beroep van de geopposeerden, twee B.V.'s, gegrond verklaard en werd het college een nadere beslistermijn van zes maanden opgelegd voor het nemen van een besluit op hun aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de realisatie van een zonnepark. Het college heeft in zijn verzet aangevoerd dat de geopposeerden meer tijd nodig hebben om hun aanvraag te wijzigen, wat de haalbaarheid van de opgelegde termijn in gevaar zou brengen.
De rechtbank oordeelt dat het verzet gegrond is. De rechtbank concludeert dat de opgelegde termijn van zes maanden niet buiten redelijke twijfel staat, gezien de omstandigheden die het college heeft aangevoerd. De rechtbank heroverweegt de situatie en komt tot de conclusie dat een termijn van vijf maanden, te rekenen vanaf de dag dat de geopposeerden hebben aangegeven dat hun aanvraag gereed is voor besluitvorming, redelijk is. Tevens wordt het college een dwangsom opgelegd van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-.
Daarnaast wordt vastgesteld dat het college een bestuurlijke dwangsom van € 1.442,- heeft verbeurd, omdat het niet tijdig heeft beslist op de aanvraag van de geopposeerden. De rechtbank bepaalt dat het college ook de proceskosten van € 437,50 aan de eisers moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.