ECLI:NL:RBZWB:2024:7527
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak
Op 5 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak BRE 24/5782, waarin belanghebbende, vertegenwoordigd door een gemachtigde, beroep heeft ingesteld tegen een uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de belastingdienst. Het beroep betreft de rente berekend in de kennisgeving teruggaaf BPM, voortvloeiend uit een eerdere rechterlijke uitspraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht van € 187,- niet is betaald. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet verontschuldigbaar is, aangezien belanghebbende geen goede reden heeft opgegeven voor het verzuim. De griffier heeft belanghebbende tijdig gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en heeft hem de gelegenheid geboden om dit binnen de gestelde termijn te voldoen. Aangezien belanghebbende in gebreke is gebleven, heeft de rechtbank besloten het beroep niet inhoudelijk te beoordelen en het bestreden besluit in stand te laten. De uitspraak is gedaan door mr. drs. S.J. Willems-Ruesink, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.