ECLI:NL:RBZWB:2024:7510

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 oktober 2024
Publicatiedatum
4 november 2024
Zaaknummer
11058035 \ CV EXPL 24-1407 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Zander
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en incassokosten na verstrijken van klachttermijn

In deze civiele zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen e-Legal Incasso Advocaten B.V. en een gedaagde partij. De eisende partij, e-Legal, vorderde betaling van openstaande facturen en incassokosten van de gedaagde, die zich had verzet tegen de betaling van de facturen op grond van gemaakte afspraken en de hoogte van de in rekening gebrachte bedragen. De gedaagde had de facturen niet tijdig betwist, waardoor volgens de algemene voorwaarden van e-Legal zijn recht om verweer te voeren was vervallen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde de facturen van 25 oktober en 10 november 2022 moest betalen, omdat hij te laat bezwaar had gemaakt. De factuur van 14 december 2022 werd afgewezen, omdat de werkzaamheden niet voldoende waren onderbouwd. De kantonrechter kende ook buitengerechtelijke incassokosten toe aan e-Legal en bepaalde dat de gedaagde de proceskosten moest vergoeden. De totale vordering van e-Legal werd toegewezen tot een bedrag van € 1.180,49, vermeerderd met rente en kosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11058035 \ CV EXPL 24-1407
Vonnis van 30 oktober 2024
in de zaak van
E-LEGAL INCASSO ADVOCATEN B.V.,
te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: e-Legal,
gemachtigde: mr. L.R. Ridderbroek,
tegen
[gedaagde] v.h.o.d.n. [bedrijf van gedaagde]
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 9
- het extract audiëntieblad van de rolzitting van 24 april 2024 met het antwoord van [gedaagde]
- de conclusie van repliek met producties 10 en 11
- de conclusie van dupliek met producties 1 t/m 11 CvD
- de akte uitlaten van e-Legal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De zaak in het kort

e-Legal heeft in opdracht van [gedaagde] incassowerkzaamheden uitgevoerd. [gedaagde] weigert de laatste facturen voor deze werkzaamheden te betalen. [gedaagde] is namelijk van mening dat de in rekening gebrachte bedragen niet kloppen met de gemaakte afspraken. Bovendien worden sommige werkzaamheden, zoals het versturen van facturen aan hem, ten onrechte in rekening gebracht. e-Legal vindt dat [gedaagde] hierover te laat heeft geklaagd. Daardoor zijn volgens e-Legal op grond van de algemene voorwaarden zijn rechten om (nog) verweer te voeren tegen de facturen vervallen. De kantonrechter is van oordeel dat dit standpunt voor twee van de drie facturen juist is en wijst de vordering op dit punt grotendeels toe. Ook de incassokosten worden toegewezen. Wel is de kantonrechter van oordeel dat het incassobureau pas erg laat dit standpunt van verval naar voren heeft gebracht, namelijk pas bij repliek. Daaraan verbindt de kantonrechter de consequentie dat de vorderingen in verband met de contractuele rente en proceskosten voor een deel worden afgewezen.

3.De feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten:
3.1.
[gedaagde] heeft opdracht gegeven aan e-Legal voor het incasseren van een vordering van [gedaagde] op een debiteur van hem. e-Legal heeft op 13 september 2022 per e-mail een opdrachtbevestiging toegestuurd met daarbij haar incassovoorwaarden en haar algemene voorwaarden.
3.2.
In de incassovoorwaarden is opgenomen dat e-Legal haar buitengerechtelijke incassowerkzaamheden verricht op basis van no cure no pay zolang geen sprake is van de aangegeven uitzonderingen op no cure no pay, waaronder de situatie dat de debiteur de vordering betwist.
3.3.
In de incassovoorwaarden is daarover onder meer de volgende bepaling opgenomen:

[…]
Het is mogelijk dat pas gedurende het buitengerechtelijke incassotraject blijkt dat de
behandeling van uw zaak maatwerk vergt of uw vordering inhoudelijk wordt betwist. In dat geval blijft voor de al verrichte werkzaamheden de eerdere prijsafspraak gelden, waarbij geldt dat als de vordering (alsnog) wordt geïncasseerd, de door de debiteur verschuldigde rente en incassokosten aan ons kantoor toekomen als vergoeding voor de al verrichte buitengerechtelijke werkzaamheden. De verdere behandeling van het incassodossier kan dan desgewenst worden vervolgd op basis van het prijsvoorstel voor die werkzaamheden.”
3.4.
In de algemene voorwaarden zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:

5.1 Tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders is overeengekomen, wordt het honorarium
vastgesteld op basis van de bestede uren vermenigvuldigd met het overeengekomen, of bij
gebreke daarvan het gebruikelijke uurtarief. Het gebruikelijke uurtarief bedraagt € 225 (basis uurtarief).
[…]
5.8
Indien het honorarium wordt vastgesteld op uurbasis, dan wordt het honorarium vermeerderd met een forfaitaire vergoeding voor kantoorkosten van 8% van het verschuldigde honorarium.
5.18
Eventuele bezwaren tegen een factuur dienen binnen 14 dagen na factuurdatum schriftelijk door e-Legal te zijn ontvangen, bij gebreke waarvan alle rechten terzake komen te vervallen. De aldus ingediende bezwaren worden door e-Legal in behandeling genomen, maar schorten de betalingsverplichtingen van de opdrachtgever niet op.
5.19 […]
Een voorschot wordt verrekend bij de laatste factuur voor de werkzaamheden waarop de betaling van het voorschot betrekking heeft, tenzij e-Legal anders bepaalt. […]
6.2
Door het verstrijken van de betalingstermijn is de opdrachtgever van rechtswege in verzuim, zonder dat daarvoor een ingebrekestelling is vereist. Opdrachtgever is alsdan een rente verschuldigd van 2% per maand, tenzij de opdrachtgever een consument is […]
6.3
De buitengerechtelijke incassokosten bedragen tenminste 15% van de verschuldigde hoofdsom en rente met een minimum van € 250, tenzij de opdrachtgever een consument is[…].”
3.5.
In de opdrachtbevestiging is onder meer het volgende opgenomen:

Geen dossieronderzoek
Gelet op de door u verstrekte incasso-opdracht beperken onze werkzaamheden zich tot de incassomaatregelen zoals hiervoor vermeld onder 'Verloop buitengerechtelijk incassotraject'. Om deze reden verricht ons kantoor geen overig maatwerk, zoals het bestuderen van het beschikbare dossier. Eventuele stukken die u hebt toegestuurd of geüpload in uw digitale dossier worden dus niet bestudeerd (tenzij uitdrukkelijk anders is afgesproken of uit uw digitale incassodossier anders blijkt).”
3.6.
Nadat e-Legal was gestart met het incassotraject, heeft de debiteur van [gedaagde] verweer gevoerd. e-Legal heeft vervolgens op 3 oktober 2022 per e-mail een brief gestuurd aan [gedaagde] met onder andere de volgende tekst:

Om het verweer van uw debiteur te kunnen weerleggen, dient het dossier te worden bestudeerd en met u te worden besproken. Vervolgens kan er in overleg met u een inhoudelijke reactie worden opgesteld om het verweer te weerleggen, uw debiteur voor een laatste keer tot betaling te sommeren en eventueel om rechtsmaatregelen aan te zeggen. Hiervoor is logischerwijs maatwerk noodzakelijk, waarop onze gemaakte afspraken vooralsnog niet toezien gelet op de door u verstrekte incasso-opdracht.
[…]
Dit houdt in dat de vervolgwerkzaamheden in rekening worden gebracht op uurbasis. Voor deze zaak geldt - behoudens spoed - ons basis uurtarief ad € 250. Voor meer informatie zie artikel 5 van onze algemene voorwaarden.
Kostenindicatie
Het is in dit stadium nog niet mogelijk om een concrete indicatie voor de kosten te verstrekken. Uw dossier moet immers nog worden bestudeerd en met u worden besproken, waarna de verdere aanpak in overleg kan worden afgestemd.
Wel worden de vervolgwerkzaamheden altijd transparant inzichtelijk gemaakt aan de hand van een uitgebreide specificatie bij de factuur van de verrichte vervolgwerkzaamheden en de bestede tijd.”
3.7.
In antwoord daarop heeft [gedaagde] op 4 oktober 2022 een e-mailbericht gestuurd waarin hij schrijft:

Ik ga graag mee met je voorstel maar vind het voorschot van 1.000 te hoog. Kunnen we wat voorzichtiger beginnen met 500? Twee uur lijkt me voldoende voor deze casus maar als meer nodig blijkt te zijn (eventuele bij vervolgstappen) dan kan ik bijstortern desgewenst.”
3.8.
Op 5 oktober 2022 laat e-Legal per e-mail weten:

[…]Het lijkt mij dat dit geen probleem moet zijn. Wel merk ik op dat uit ervaring is gebleken dat een voorschot van € 500 excl. btw voor de eerstvolgende stappen niet voldoende is. […]
3.9.
e-Legal is met het lagere voorschot akkoord gegaan en [gedaagde] heeft dit voorschot betaald. e-Legal bevestigt op 14 oktober 2022 dat het dossier is overgedragen voor de verdere behandeling.
3.10.
Op 21 oktober 2022 stuurt e-Legal per e-mail een conceptbrief aan [gedaagde] . In de begeleidende e-mail staat:
“Het eerder betaalde voorschot is overigens inmiddels volledig besteed. Om die reden ontvang je op korte termijn een factuur voor de verrichte werkzaamheden. Na betaling van die factuur is het eerder betaalde voorschot weer beschikbaar voor vervolgwerkzaamheden.”
3.11.
In reactie daarop schrijft [gedaagde] dezelfde dag onder andere:
“Het valt me overigens wel tegen dat er inmiddels al 2 uur gewerkt is aan dit dossier?”
3.12.
Op 25 oktober 2022 stuurt e-Legal een factuur voor een bedrag van € 947,43. In de begeleidende e-mail schrijft zij:

Bijgaand tref je de factuur aan voor de werkzaamheden tot en met heden. Vriendelijk verzoek ik je voor betaling zorg te dragen, waarna het eerder betaalde voorschot weer beschikbaar is voor de vervolgwerkzaamheden. Dat voorschot zal later bij de eindafrekening worden verrekend.
3.13.
[gedaagde] betaalt deze factuur niet. Op 10 november 2022 stuurt e-Legal per e-mail een betalingsherinnering en een tweede factuur ter hoogte van € 588,06. [gedaagde] betaalt beide facturen niet.
3.14.
Op 25 november 2022 stuurt e-Legal per e-mail een betalingsherinnering aan [gedaagde] voor beide facturen. Dezelfde dag laat [gedaagde] per e-mail weten:

Ik ben niet akkoord met de gezonden factuur en de daarin gepresenteerde activiteiten. Bovendien zijn deze niet conform de gemaakte afspraken.”
3.15.
Op 14 december 2022 stuurt e-Legal een e-mail aan [gedaagde] met een bijlage waarin zij schrijft:

Hierbij bevestig ik dat bovenvermeld incassodossier is gesloten.
Toelichting: het incassodossier is gesloten omdat u de factu(u)r(en) in uw incassodossier(s) niet hebt voldaan. Ik verwijs u naar de bijlage voor de eindafrekening (bijlage).”
In het e-mailbericht zelf schrijft e-Legal onder meer:
“[…] Na verrekening resteert er nog een door jou te betalen bedrag ad € 1.257,19.
Ik verzoek je dit bedrag per omgaande te betalen, […]”
3.16.
Dezelfde dag reageert [gedaagde] per e-mail met de tekst:

Beste [naam 1],
Zoals al eerder aangegeven ben ik niet akkoord met de opgstelde facturen en de opgegeven inspanningen. Bovendien strookt een en ander niet met de gemaakte beloften omtrent de invordering.
Graag ga ik hierover met jullie in gesprek maar deze facturen kan ik op deze manier niet accepteren.
3.17.
Op 15 december 2022 stuurt e-Legal een laatste sommatie tot betaling waarbij ook een bedrag van € 250,00 aan incassokosten en een bedrag van € 15,49 aan rente in rekening worden gebracht.
3.18.
Dezelfde dag reageert [gedaagde] per e-mail met het volgende bericht:
“Beste [naam 2],
Zoals inmiddels al meerdere malen bij collega aangegeven ga ik niet akkoord met de facturen en betwist ik de opgegeven werkzaamheden. Bovendien strookt een en ander niet met de gemaakte beloftes.
Nogmaals bied ik aan hierover met jullie in gesprek te gaan maar dat tot nog toe zonder resultaat wat jammer is.”
3.19.
[gedaagde] betaalt niet.

4.Het geschil

4.1.
e-Legal vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.257,19, vermeerderd met rente en kosten.
De hoofdsom van e-Legal heeft zij als volgt gespecificeerd:
Factuurnummer
Factuurdatum
Vervaldatum
Bedrag
[factuurnummer 1]
25-10-2022
08-11-2022
€ 947,43
[factuurnummer 2]
10-11-2022
24-11-2022
€ 588,06
[factuurnummer 3]
14-12-2022
14-12-2022
€ -278,30
Totaal

1.257,19
e-Legal voert daarbij aan dat zij de incasso-opdracht aanvankelijk op no cure no pay basis voor [gedaagde] heeft uitgevoerd en later op basis van een nadere prijsafspraak. e-Legal heeft facturen gestuurd volgens deze nadere opdrachtovereenkomst. [gedaagde] heeft de facturen op enig moment ten onrechte niet meer betaald. Hij heeft tegen de facturen geen, althans onvoldoende en te laat bezwaar ingediend, zodat op grond van de algemene voorwaarden alle rechten ter zake zijn komen te vervallen.
Door de te late betaling is [gedaagde] in verzuim geraakt, zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig was. Vanaf dat moment is hij de contractuele rente van 2% per maand verschuldigd of in ieder geval de wettelijke handelsrente. e-Legal heeft geprobeerd de vordering buiten rechte te incasseren. De kosten hiervoor worden op grond van de algemene voorwaarden begroot op € 250,00 en moet [gedaagde] betalen. Tot slot moet [gedaagde] ook de proceskosten betalen. Het is daarbij niet relevant dat een medewerker van eiser haar in deze procedure vertegenwoordigt.
De totale vordering van e-Legal is daarmee als volgt:
Hoofdsom
€ 1.257,19
Rente tot 07-03-2024
€ 206,55
Rente vanaf 07-03-2024
P.M.
Buitengerechtelijke incassokosten
€ 250,00
Totaal
€ 1.713,74
+ P.M.
Reeds voldaan
€ 0,00
-/-
Totaal te vorderen

1.713,74
+ P.M.
4.2.
[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van e-Legal.
4.3.
[gedaagde] betwist dat hij nog iets hoeft te betalen. Ten eerste heeft hij vooraf van e-Legal geen plan van aanpak ontvangen of een indicatie van hoeveel uren de werkzaamheden zouden bedragen, terwijl dat wel had gekund. Ten tweede sluiten de specificaties niet aan bij de facturen en gemaakte afspraken. Er zijn twee overleggen geweest tussen e-Legal en [gedaagde] waarna door e-Legal twee e-mails zijn gestuurd naar de debiteur. De overige werkzaamheden behoren niet tot te factureren werkzaamheden. Het betreft daarom in totaal 1 uur en 48 minuten en daarmee minder dan het betaalde voorschot. e-Legal heeft ook geen rechtvaardiging gegeven voor het hogere uurtarief - € 250,00 in plaats van € 225,00 zoals in de algemene voorwaarden staat - en heeft verzuimd te melden dat er een toeslag ad 8% voor kantoorkosten in rekening zou worden gebracht. Tot slot stelt [gedaagde] dat hij wel tijdig bezwaar heeft gemaakt, maar dat e-Legal dit in strijd met de algemene voorwaarden niet in behandeling heeft genomen. Na 15 december 2022, na het laatste bezwaar van [gedaagde] , is [gedaagde] niet meer benaderd over betaling van de facturen of in verzuim gesteld, tot de dagvaarding in maart 2024.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Toepasselijkheid van de algemene voorwaarden
5.1.
De kantonrechter heeft geconstateerd dat in de dagvaarding door e-Legal enkele teksten uit haar algemene voorwaarden zijn opgenomen die niet letterlijk overeenkomen met de tekst van de algemene voorwaarden die zij als productie 1 in het geding heeft gebracht. Ook verschilt de datum van de in het geding gebrachte algemene voorwaarden, te weten 12 september 2022, van de datum van de algemene voorwaarden die volgens de opdrachtbevestiging van 3 oktober 2022 van toepassing zijn, te weten 18 september 2022. Omdat [gedaagde] echter geen bezwaar heeft gemaakt tegen de in het geding gebrachte versie van de algemene voorwaarden en overigens niet is gesteld of gebleken dat een afwijkende tekst tussen partijen is overeengekomen, gaat de kantonrechter bij de beoordeling uit van de tekst van de in het geding gebrachte versie van de algemene voorwaarden.
Het recht op verweer van [gedaagde] is vervallen, behalve voor de factuur van 14 december
5.2.
De kantonrechter moet eerst beoordelen of het beroep van e-Legal op verval van het recht van [gedaagde] om (nog) verweer te kunnen voeren tegen de facturen slaagt. In dat geval kan het verweer van [gedaagde] namelijk niet worden meegenomen in de beoordeling van de vordering tot betaling van de facturen van e-Legal.
e-Legal heeft gesteld dat [gedaagde] op grond van artikel 5.18 van de algemene voorwaarden binnen 14 dagen na de factuurdatum had moeten klagen over de factuur. Dat heeft [gedaagde] volgens e-Legal echter pas gedaan na de aanmaning op 25 november 2022, zodat hij te laat heeft geklaagd. [gedaagde] heeft niet betwist dat deze bezwaartermijn is overeengekomen. Wel heeft hij tegen de stelling van e-Legal ingebracht dat hij al vóór ontvangst van de factuur van 25 oktober 2022 bezwaar had gemaakt, namelijk in zijn e-mailbericht van 21 oktober 2022. Daarin had [gedaagde] aangegeven
“Het valt me overigens wel tegen dat er inmiddels al 2 uur gewerkt is aan dit dossier?”
De kantonrechter is van oordeel dat de enkele opmerking dat het aantal gewerkte uren tegenvalt, onvoldoende was om te kunnen worden aangemerkt als bezwaar op de juistheid van de factuur die nog moest komen. Op het moment dat [gedaagde] de factuur van 25 oktober 2022 ontving, had hij aan de hand van de specificatie kunnen zien waaraan de gewerkte uren waren besteed. De factuur was immers gespecificeerd en dat is door [gedaagde] ook niet (voldoende) betwist. Als [gedaagde] op dat moment van mening was geweest dat het aantal uren hem niet alleen tegenviel, maar dat er ook daadwerkelijk ten onrechte uren in rekening waren gebracht, had hij op dat moment bezwaar kunnen en moeten maken tegen de factuur. Dat heeft [gedaagde] niet gedaan. Ook heeft hij geen bezwaar gemaakt tegen de daarna uitgevoerde werkzaamheden, noch tegen de daarop volgende factuur van 10 november 2022. Pas na het verstrijken van de 14 dagen na de factuurdatum van deze factuur en na ontvangst van de aanmaningen op 10 en 25 november 2022, heeft [gedaagde] alsnog bezwaar gemaakt. Dat is op grond van de algemene voorwaarden te laat. Omdat [gedaagde] verder niet heeft gesteld en onderbouwd waarom de korte duur van de vervaltermijn in dit geval onredelijk is, is naar het oordeel van de kantonrechter zijn recht om (nog) verweer te voeren tegen deze facturen vervallen.
Op 14 december 2022 heeft e-Legal haar eindfactuur gestuurd. [gedaagde] heeft tegen deze factuur nog dezelfde dag bezwaar gemaakt. Dat dit bezwaar niet nader inhoudelijk gespecificeerd is, doet niet af aan het feit dat tijdig bezwaar is gemaakt. Daarom neemt de kantonrechter dit verweer wel mee in de verdere beoordeling.
[gedaagde] moet de openstaande facturen van 25 oktober en 10 november betalen
5.3.
Voor de inhoudelijke beoordeling van de facturen van 25 oktober en 10 november 2022 houdt de kantonrechter geen rekening met het verweer van [gedaagde] , omdat hij zoals hiervoor overwogen tegen deze facturen te laat bezwaar heeft gemaakt. De kantonrechter is van oordeel dat e-Legal voldoende onderbouwd heeft gesteld dat zij werkzaamheden heeft verricht op basis van gemaakte prijsafspraken en dat haar facturen in verband daarmee zijn gestuurd. De kantonrechter is daarom van oordeel dat [gedaagde] deze beide facturen moet betalen.
[gedaagde] hoeft de factuur van 14 december niet te betalen
5.4.
Voor de inhoudelijke beoordeling van de factuur van 14 december 2022 houdt de kantonrechter wel rekening met het verweer van [gedaagde] en overweegt het volgende.
Partijen hebben afgesproken dat het voorschot wordt verrekend in de eindafrekening. e-Legal heeft daarom in haar eindafrekening van 14 december 2022 het voorschot van € 500,00 verrekend met een bedrag van € 326,70 inclusief btw voor haar laatste werkzaamheden. [gedaagde] betwist dat hij dit bedrag van € 326,70 moet betalen, omdat deze werkzaamheden alleen maar te maken hebben met het verkrijgen van betaling van [gedaagde] en het afsluiten van het dossier.
Uit de specificatie blijkt dat een deel van de werkzaamheden van e-Legal inderdaad te maken hebben met het verkrijgen van betaling van haar facturen. Daarmee vormen de kosten voor deze werkzaamheden buitengerechtelijke incassokosten. Hiervoor hebben partijen een aparte regeling afgesproken, die de kantonrechter hierna onder punt 5.5 verder zal beoordelen. De overige werkzaamheden zien op het afsluiten van het dossier en interne controle. Zonder nadere toelichting, die hier ontbreekt, is niet inzichtelijk waar deze kosten betrekking op hebben en op grond van welke afspraken [gedaagde] deze kosten zou moeten betalen. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van deze factuur daarom af.
5.5.
Het door [gedaagde] te betalen bedrag is daarmee als volgt:
Factuur 25 oktober 2022
€ 947,43
Factuur 10 november 2022
€ 588,06
Factuur 14 december 2022
€ - 605,00
(€ 500,00 incl. btw)
Totaal
€ 930,49
De kantonrechter wijst daarom de vordering tot betaling van de hoofdsom toe voor een bedrag van € 930,49.
[gedaagde] moet de incassokosten betalen
5.6.
e-Legal heeft een vergoeding van € 250,00 aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd op grond van artikel 6.3 van de algemene voorwaarden. [gedaagde] heeft niet betwist dat deze voorwaarde is overeengekomen. e-Legal heeft voldoende gesteld dat zij buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt. De kantonrechter wijst daarom het gevorderde bedrag van € 250,00 toe.
[gedaagde] moet een deel van de gevorderde rente betalen
5.7.
e-Legal vordert primair betaling van de contractuele rente van 2% per maand over de periode dat [gedaagde] te laat is met betalen, tot aan dagvaarding berekend op een bedrag van € 206,55.
De facturen bevatten een fatale betaaltermijn en zijn niet (tijdig) betaald door [gedaagde] . Daarom moet [gedaagde] vertragingsrente betalen. [gedaagde] heeft de algemene voorwaarde niet betwist en hij heeft geen specifiek verweer gevoerd tegen de hoogte van het gevorderde bedrag. Het bedrag kan daarom op zich worden toegewezen.
De kantonrechter ziet echter in de manier waarop partijen met elkaar hebben gecommuniceerd aanleiding om deze vordering te matigen. De kantonrechter overweegt daarbij dat e-Legal pas bij conclusie van repliek heeft aangevoerd dat het recht van [gedaagde] op verweer tegen de facturen was vervallen. Door deze stelling niet al bij dagvaarding naar voren te brengen, heeft e-Legal niet voldaan aan haar substantiëringsverplichting op grond van artikel 111 lid 2 Rv. Bovendien had e-Legal [gedaagde] hierop al direct na ontvangst van zijn bezwaar op 25 november 2022 kunnen wijzen. In plaats daarvan heeft zij [gedaagde] op dat moment echter juist verwezen naar haar klachtenprocedure. Op het daarna op 14 en 15 december 2022 gedane verzoek van [gedaagde] om met hem in gesprek te gaan, is door e-Legal niet meer gereageerd. Daarbij is de lange periode daarna tot de datum van dagvaarding enkel het gevolg van drukte in de praktijk van e-Legal. De kantonrechter wijst daarom de contractuele rente toe vanaf de datum van dagvaarding, 27 maart 2024.
5.8.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De kantonrechter verbindt bij het begroten van de proceskosten echter consequenties aan het niet voldoen aan de substantiëringsverplichting door e-Legal en wijst slechts voor één proceshandeling salariskosten toe. De proceskosten van e-Legal worden daarmee begroot op:
- kosten van de dagvaarding
113,54
- griffierecht
372,00
- salaris gemachtigde
135,00
(1 punt)
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
688,04
5.9.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan e-Legal te betalen een bedrag van € 1.180,49 ‬, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 2% per maand over een bedrag van € 930,49, vanaf de datum van dagvaarding tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 688,04, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Zander en in het openbaar uitgesproken op 30 oktober 2024.