2.1.De kantonrechter stelt de volgende feiten vast:
a. [eisers in conventie] en [gedaagde in conventie] zijn sinds 2020 buren van elkaar. [eisers in conventie] wonen aan de [adres 1] , [gedaagde in conventie] woont op [adres 2] .
b. [eisers in conventie] hebben in hun tuin een jacuzzi, een TV, een drietal muziekboxen, 1 Sonos geluidsbox en, bovenop de balk van de pergola, een camera staan.
c. In de loop van 2021 hebben [eisers in conventie] een lekkage geconstateerd in de wanden van de badkamer van de woning. Daarop hebben [eisers in conventie] [bedrijf] te [plaats] ingeschakeld, die het volgende aan [eisers in conventie] heeft bericht:
“(…)Op 30-11-2021 jl zijn wij gebeld voor een dak inspectie naar aanleiding van een lekkage. Bij deze inspectie constateerden wij dat op de aanbouw van de buren, een verbouwing heeft plaatsgevonden waarbij de aansluiting van het dak niet voldoet aan de richtlijnen. Met als gevolg dat het water via de aansluiting binnen loopt bij de [eisers in conventie] . Het dak van de [eisers in conventie] is van 2019 en heeft voorheen nooit lekkage vertoont. Echter sinds de opbouw van de buren continue. Oorzaak is hierboven vermeld.(…)
d. Op 30 november 2021 hebben [eisers in conventie] [gedaagde in conventie] geïnformeerd over de lekkage. Naar aanleiding daarvan heeft [gedaagde in conventie] op 11 december 2021, vergezeld door een aannemer, het dak geïnspecteerd.
e. [eisers in conventie] hebben [gedaagde in conventie] eind 2021 verzocht om de overbouw ongedaan te maken en de oorzaak van de lekkage te verhelpen.
f. In de brief van 22 februari 2022 heeft de gemachtigde van [eisers in conventie] [gedaagde in conventie] aangeschreven. De brief vermeldt – voor zover hier van belang – het volgende:
“(…)Cliënte heeft (…) recentelijk een lekkage geconstateerd in de badkamer van de woning. Bijgaand treft u aan de foto’s waarop de lekkage te zien is.
Cliënte heeft een dakdekker verzocht om de oorzaak van de lekkage te achterhalen. De dakdekker heeft zich daartoe de toegang verschaft tot het dak van de woning. De dakdekker heeft moeten constateren dat de lekkage zijn oorzaak vindt in de door u, anderhalf a twee jaar geleden, uitgevoerde werkzaamheden op het dak. De dakdekker meent dat door een ontstane spleet tussen de woningen regenwater de woning van cliënte heeft kunnen binnentreden hetgeen geleid heeft tot de genoemde lekkage. Cliënte heeft u op 30
november 2021, in aanwezigheid van de dakdekker, hier op aangesproken. Ook nadien heeft cliënte u aangesproken op de schade die zij lijdt en u verzocht om tot herstel over te gaan. De door u ingeschakelde aannemer en uw voormalig echtgenoot zijn op 11 december 2021 langs geweest om de situatie te inspecteren. Uw aannemer zou hebben voorgesteld voornoemde spleet ‘dicht te blubberen’ en dicht of af te plakken met dakleer. Een dergelijk herstel is, naar de mening van de dakdekker van cliënte, niet voor de hand liggend waarbij het aanwezige vocht in de muren tot verdere schade zal leiden. Cliënte heeft u verzocht om zorg te dragen voor goed en deugdelijk herstel.
Tot heden heeft u niets in het werk gesteld om de oorzaak te verhelpen. De lekkage bij cliënte duurt onverminderd voort.
Het veroorzaken van schade door bouwwerkzaamheden levert een onrechtmatige daad op jegens cliënte in de zin van artikel 6:162 BW. Door deze zaaksbeschadiging wordt cliënte beperkt in haar ongestoorde recht op haar eigendom. Dit vormt een inbreuk op cliënte haar eigendomsrecht, hetgeen onrechtmatig is. Cliënte zal een nadere schadebegroting opstellen als gevolg van de lekkage. Cliënte stelt u onverkort aansprakelijk voor de thans geconstateerde schade alsmede in de toekomst te lijden schade als gevolg van voornoemde lekkage.
Voorts heeft de aannemer geconstateerd dat u in de uitvoering van de werkzaamheden anderhalf a twee jaar geleden, overbouw heeft gepleegd op het perceel van cliënte. Het betreft een overbouw van circa 8 á 10 cm over de gehele lengte van zes en een halve meter. Cliënte heeft u ook hier op aangesproken. Nadien zijn meerdere verzoeken aan uw adres gedaan om tot herstel over te gaan waarbij u geen overbouw zult plegen. Ondanks uw toezeggingen, heeft u daar geen gehoor of uitvoering aan gegeven. De maat is
inmiddels vol voor cliënte.
(…)
In lijn met het verwijderen van de overbouw, dient u zorg te dragen voor goed en deugdelijk herstel waarbij de thans geconstateerde lekkage wordt opgelost. Mocht u niet zorgdragen voor goed en deugdelijk herstel, waarbij cliënte verder schade zal lijden, stelt zij u op voorhand aansprakelijk voor de schade alsmede voor de kosten van herstel door cliënte ingeschakelde dakdekker. Mocht u geen of niet tijdig gehoor geven aan bovenstaande verzoeken, zal ik cliënte adviseren om u zonder nadere aankondiging in rechte te betrekken waarbij de rechter wordt verzocht u te veroordelen tot verwijdering van het bouwwerk onder verbeurte van een dwangsom. Alle daaruit voortvloeiende (gerechtelijke en buitengerechtelijke) kosten zullen op u worden verhaald. Cliënte gaat er vooralsnog van
uit dat het niet zover hoeft te komen(…)”.
g. Daarop heeft [gedaagde in conventie] bij brief van 6 maart 2022 als volgt gereageerd:
“(…)De lekkage waar [eiser in conventie 1] het over heeft kan onmogelijk van mijn kant komen. Zoals u ook op de foto kunt zien is er tegen hun bestaande buitenmuur een nieuwe muur gezet zodat het niet kan zijn dat daar nu een lekkage is ontstaan. Dan zou dat voor de bouw ook al het geval moeten zijn geweest. Overigens is het wel om van het gezeur af te zijn gezegd dat mijn dakdekker ter plaatse van de overgang hier een extra stuk dakleer op zou branden, van “blubberen” is nooit gesproken en ook dit zegt veel over [eiser in conventie 1] .(…)
De door jullie aangedragen tekening van het kadaster is een van het internet afgeplukt en nietszeggend papiertje. Hier ga ik dus niets mee doen.
Ik stel voor dat er gezamenlijk een deugdelijke kadastrale meting laten uitvoeren waarbij alle vanaf het huis tot aan de poort achter in kaart wordt gebracht.
Is er sprake van strafbare overbouw, de “strafbaarheid” zal [eiser in conventie 1] ook aan moeten tonen, zullen we hier naar kijken. Echter zal dan ook de erfgrens van voor tot achter gerespecteerd dienen te worden(…)
Uiteraard verwachten wij dan ook binnen een termijn van 14 dagen een bevestigend antwoord mbt kadaster en de bevestiging dat zij de door mij aangehaalde punten gaan oplossen(…)”.
h. Op 4 juli 2022 heeft het Kadaster in opdracht van [eisers in conventie] een grensconstructie uitgevoerd en heeft zij haar relaas van bevindingen aan [eisers in conventie] toegezonden.
i. Op 7 juli 2022 heeft [eisers in conventie] een deskundige, de heer [naam] , verzocht om zijn visie te geven op de door [eisers in conventie] gestelde overbouw. [naam] heeft vervolgens zijn visie gegeven op de mogelijkheid voor het aanpassen van de constructie van de aanbouw van [gedaagde in conventie] .
j. Op 1 augustus 2022 heeft de gemachtigde van [gedaagde in conventie] het volgende aan [eisers in conventie] bericht:
“(…)Uw buurvrouw, mevrouw [gedaagde in conventie] , heeft mij verzocht met u in contact te treden om te bezien of we in der minne tot een oplossing kunnen komen over de kwestie van de geluidsoverlast.
Cliënte ondervindt voortdurend overlast van het geluid van uw audio installatie en de televisie die u buiten in uw tuin hebt geïnstalleerd. Cliënte heeft in het verleden geprobeerd
hierover een gesprek met u te voeren maar dat heeft niet tot resultaat geleid. U hebt te kennen gegeven zoveel als mogelijk buiten te willen leven en daarbij altijd muziek te willen horen. Cliënte heeft geconstateerd dat u dat inderdaad doet. Als het weer het maar enigszins toestaat bent u buiten en zet u de muziekinstallatie en/of de televisie aan op een zodanig niveau dat cliënte er ernstige overlast door ondervindt.
Nadat gesprekken met u niet tot resultaat leidden, heeft cliënte geprobeerd het probleem via de gemeentelijke instanties bespreekbaar met u te maken. Ook dat heeft niet mogen baten.
Cliënte ziet nu geen andere mogelijkheden meer dan u civielrechtelijk aan te spreken. Daartoe heeft zij mij ingeschakeld.
Ik stel u graag in de gelegenheid om alsnog een serieus gesprek aan te gaan gericht op het beperkten van de geluidsoverlast tot een voor cliënte aanvaardbaar niveau. Daarbij moet u dan denken aan afspraken over de tijden waarop u in de tuin muziek draait of naar de televisie kijkt en afspraken over het niveau van het geluid dat daarbij geproduceerd wordt.
Ik verneem graag binnen vijf dagen na dagtekening van deze brief of u bereid bent een serieus gesprek te voeren en mij mee te delen welke voorstellen u dan heeft.(…)”
k. Vervolgens is tussen de gemachtigden van [eisers in conventie] en [eiser in conventie 2] over en weer nog gecorrespondeerd, wat niet tot een oplossing van de geschillen heeft geleid.