ECLI:NL:RBZWB:2024:7466

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 oktober 2024
Publicatiedatum
1 november 2024
Zaaknummer
10999435 MB VERZ 24-198
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens parkeren zonder vergunning op vergunninghoudersplaats

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, een N.V., had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder de vereiste vergunning. De gedraging vond plaats op 15 mei 2023 om 14.38 uur op de Laone te Renesse. De betrokkene had een parkeerticket voor drie dagen aangeschaft, maar stelde dat de bebording niet duidelijk was en dat het niet duidelijk was of het bord betrekking had op de twee parkeervakken naast het bord of de gehele parkeerstrook.

Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van de betrokkene, mr. M. Lagas, aangevoerd dat de bebording verwarrend was en dat het voor de betrokkene niet duidelijk was dat de parkeerplaatsen bij de tiny houses hoorden. De zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, heeft echter betoogd dat de bebording en de nummering van de parkeerplaatsen duidelijk waren en dat het voor de betrokkene redelijkerwijs duidelijk had moeten zijn dat parkeren zonder vergunning niet was toegestaan.

De kantonrechter heeft overwogen dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs biedt voor de gedraging en dat er geen reden is om aan de juistheid van deze verklaring te twijfelen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de boete terecht was opgelegd en heeft het beroep ongegrond verklaard. Tevens is het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10999435 \ MB VERZ 24-198
CJIB-nummer : 2062 5422 5830 7303
uitspraakdatum : 18 oktober 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] N.V.
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas (Appjection B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 18 oktober 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). [naam] is als gemachtigde verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: parkeren op parkeerplaats vergunninghouders (bod E9) zonder vergunning voor dat voertuig op de Laone te Renesse op 15 mei 2023 om 14.38 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de geplaatste bebording, met name het onderbord, niet duidelijk was voor betrokkene. Betrokkene had een parkeerticket voor drie dagen gekocht. Het is niet duidelijk of het betreffende bord voor de twee parkeervakken naast het bord of de gehele parkeerstrook geldt. Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding.
Ter zitting heeft gemachtigde hieraan toegevoegd dat het voor betrokkene niet duidelijk had kunnen zijn dat de parkeerplaatsen bij de tiny houses hoorde en dat de nummering van de parkeerplaatsen betrekking had op deze tiny houses. Ondanks de bebording was het betrokkene niet duidelijk dat deze bebording betrekking had op de hele strook parkeerplaatsen.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Kijkend naar de pleeglocatie op Google Street View blijkt dat de parkeerplaatsen zijn genummerd en dat deze parkeerplaatsen horen bij de tiny houses die achter de parkeerplaats staan. Deze parkeerplaatsen beslaan een hele strook en daarbij staat bebording geplaatst. Het had betrokkene duidelijk kunnen zijn dat parkeren op de pleeglocatie niet was toegestaan zonder vergunning.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Bij de pleeglocatie staat een verkeersbord met onderbord met daarop twee horizontale pijlen geplaatst. Dit onderbord onderscheidt zich van een onderbord waarop naar onder gerichte diagonale pijlen staan geplaatst. Het had betrokkene redelijkerwijs duidelijk moeten zijn dat dit onderbord met horizontaal geplaatste pijlen, betrekking had op alle parkeerplaatsen.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter verklaart:
- het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: