ECLI:NL:RBZWB:2024:7465

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
18 oktober 2024
Publicatiedatum
1 november 2024
Zaaknummer
10999412 MB VERZ 24-196
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens parkeren zonder vergunning op vergunninghoudersplaats

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, een N.V., had een boete ontvangen voor het parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder de vereiste vergunning. De gedraging vond plaats op 17 juni 2023 om 16.39 uur op de Hoofdpoortstraat te Zierikzee. De betrokkene heeft beroep aangetekend tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard.

Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van de betrokkene, mr. M. Lagas, aangevoerd dat de bebording niet duidelijk zichtbaar was en dat de betrokkene zijn hybride auto had geparkeerd bij een oplaadpunt. De gemachtigde verzocht om een proceskostenvergoeding. De zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, heeft echter betoogd dat de bebording duidelijk was geplaatst en dat de betrokkene had moeten handelen naar de aanwezige bebording.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat uit het dossier, met name de foto’s van de gedraging, blijkt dat de boete terecht was opgelegd. De verklaring van de verbalisant biedt voldoende grondslag voor de vaststelling van de gedraging, en de kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan deze verklaring. De betrokkene had moeten beseffen dat parkeren zonder vergunning niet was toegestaan, ook al was er een oplaadpunt aanwezig. Het beroep is ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10999412 \ MB VERZ 24-196
CJIB-nummer : 8062 5422 5895 8584
uitspraakdatum : 18 oktober 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene] N.V.
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. M. Lagas (Appjection B.V.)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 18 oktober 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). [naam] is als gemachtigde verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: parkeren op parkeerplaats vergunninghouders (bord E9) zonder vergunning voor dat voertuig op de Hoofdpoortstraat te Zierikzee op 17 juni 2023 om 16.39 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de bebording niet duidelijk zichtbaar stond geplaatst. Daarbij heeft betrokkene met zijn hybride auto bij een parkeerplaats met een oplaadpunt geparkeerd en succesvol zijn auto heeft geladen.
Gemachtigde verzoekt een proceskostenvergoeding.
Ter zitting heeft gemachtigde hieraan toegevoegd dat betrokkene via de Laan van St. Hilaire is aan komen rijden waar bord E9 staat geplaatst: einde vergunninghouderszone. Betrokkene is meteen met een bocht de parkeerplaats opgereden en ging ervan uit dat er geen sprake meer was van een vergunninghouderszone.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Zoals door de verbalisant is verklaard is er bebording geplaatst verderop op de parkeerplaats. Deze bebording staat duidelijk geplaatst aan beide zijden van de weg. Betrokkene had deze bebording moeten zien en naar handelen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de foto’s van de gedraging - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De bebording staat duidelijk geplaatst. Van iedere weggebruiker mag worden verwacht dat hij oplettend is op de aanwezige bebording. Eventueel dient een bestuurder zich na het parkeren van te vergewissen of parkeren op de betreffende parkeerplaats voor hem is toegestaan.
Het had betrokkene voldoende duidelijk kunnen zijn dat parkeren zonder vergunning niet was toegestaan. Dat geparkeerd is op een parkeerplaats voor opladen van elektrische voertuigen doet hier niet aan af.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter verklaart:
- het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier C.G. Zevenhuijzen, en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: