ECLI:NL:RBZWB:2024:7438

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 oktober 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
24/6836 WPG B VV en 24/6727 WPG B A
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht inzake verzoek om inzage persoonsgegevens

In deze zaak heeft eiser op 21 april 2024 bij de korpschef van de politie informatie gevraagd over de verwerking van zijn persoonsgegevens. In het besluit van 7 mei 2024 heeft de korpschef aangegeven dat niet in alle persoonsgegevens inzage kan worden gegeven, met name inzage in registraties PL2000-2024033377 en PL2000-2024033043, omdat deze nog in onderzoek zijn. Eiser heeft op 5 augustus 2024 verzocht om herziening van dit besluit. De korpschef heeft op 27 augustus 2024 besloten het verzoek als zijnde een herhaald verzoek af te wijzen op grond van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In dit besluit is aangegeven dat hiertegen beroep kan worden ingesteld.

Eiser heeft op 20 september 2024 beroep ingesteld tegen het besluit van de korpschef en heeft op 30 september 2024 een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. De rechtbank heeft in deze procedure te oordelen of de korpschef verplicht is om de op de zaak betrekking hebbende stukken vrij te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat het hier gaat om stukken die betrekking hebben op de zaak en dat beperking van de kennisneming, gezien de aard van de zaak, gerechtvaardigd is.

De rechtbank heeft op 30 oktober 2024 beslist dat de beperking van de kennisneming van de genoemde stukken gerechtvaardigd is. Deze beslissing is genomen door mr. J. van Alphen, rechter, en is ondertekend door mr.drs. R.J. Wesel, griffier. Tegen deze beslissing staat nog geen hoger beroep open, maar dit kan worden ingesteld tegelijkertijd met het hoger beroep tegen de einduitspraak in deze zaak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 24/6836 WPG B VV en 24/6727 WPG B A
beslissing van 30 oktober 2024 inzake toepassing van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht in de zaak tussen

[eiser] , te [plaats] , eiser,

en

de korpschef van de politie, verweerder.

Overwegingen

Eiser heeft op 21 april 2024 bij verweerder informatie gevraagd over de verwerking van zijn persoonsgegevens. In het besluit van 7 mei 2024 heeft verweerder aangegeven dat niet in alle persoonsgegevens inzage kan worden gegeven. Inzage in registraties PL2000-2024033377 en PL2000-2024033043 worden geweigerd omdat deze nog in onderzoek zijn. Eiser heeft op 5 augustus 2024 verzocht dit besluit te herzien. Verweerder heeft op 27 augustus 2024 besloten het verzoek als zijnde herhaald verzoek af te wijzen op grond van artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder heeft in dit besluit aangegeven dat hier beroep tegen ingesteld kan worden. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld op 20 september 2024 en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend op 30 september 2024.
De rechtbank erkent dat het hier op de zaak betrekking hebbende stukken betreft. Het geding gaat erom of verweerder deze stukken vrij moet geven. De rechtbank is dan ook van oordeel dat beperking van de kennisneming, gelet op de aard van de zaak, gerechtvaardigd is.

Beslissing

De rechtbank bepaalt dat beperking van de kennisneming van de hiervoor genoemde stukken gerechtvaardigd is.
Deze beslissing is op 30 oktober 2024 genomen door mr. J. van Alphen, rechter, en door deze en mr.drs. R.J. Wesel, griffier, ondertekend.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze beslissing staat nog geen hoger beroep open. Dat kan worden ingesteld tegelijkertijd met hoger beroep tegen de einduitspraak in deze zaak.