ECLI:NL:RBZWB:2024:7435

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 oktober 2024
Publicatiedatum
31 oktober 2024
Zaaknummer
24/5615, 24/5616 en 24/5617
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D. Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens niet-betaling griffierecht

Op 31 oktober 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken met de nummers 24/5615, 24/5616 en 24/5617. De eiser, dr.ir. [eiser] uit [plaats], heeft beroep ingesteld tegen de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele, welke besluiten dateren van 6 februari 2024. De rechtbank heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, omdat de eiser het verschuldigde griffierecht van € 187,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft deze uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de beroepen niet ontvankelijk zijn verklaard.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de griffier de eiser herhaaldelijk heeft gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht. De griffier heeft op 18 juli 2024 en opnieuw op 18 augustus 2024 brieven gestuurd waarin de eiser werd verzocht het griffierecht binnen een bepaalde termijn te voldoen. Ondanks deze waarschuwingen heeft de eiser het griffierecht niet tijdig betaald en heeft hij geen verontschuldiging gegeven voor dit verzuim. Hierdoor is er geen aanleiding om het beroep ontvankelijk te verklaren.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beroepen niet inhoudelijk beoordeeld kunnen worden en dat de bestreden besluiten in stand blijven. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D. Peters, rechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummers: BRE 24/5615, 24/5616 en 24/5617

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 oktober 2024 in de zaak tussen

dr.ir. [eiser], uit [plaats], eiser

en

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over de beroepen van eiser tegen de bestreden besluiten van het college van 6 februari 2024.
1.1.
Omdat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank komt tot het oordeel dat de beroepen kennelijk niet-ontvankelijk zijn omdat het griffierecht niet is betaald en het niet betalen niet verontschuldigbaar is. De rechtbank legt hierna uit hoe zij tot dit oordeel komt.
Toetsingskader
3. Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41 van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 187,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is. Dat betekent dat er een goede reden moet zijn waarom het griffierecht niet (tijdig) is betaald.
Heeft eiser het griffierecht tijdig betaald?
4. De griffier heeft eiser bij brieven van 18 juli 2024 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en meegedeeld dat dit binnen vier weken moet zijn voldaan. De griffier heeft vervolgens bij aangetekend verzonden brieven van 18 augustus 2024 eiser nogmaals in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brieven. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de aangetekend verzonden brieven op 2 september 2024 om 15:54 uur zijn opgehaald en dat voor ontvangst is getekend.
5. Eiser heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Is het niet tijdig betalen verontschuldigbaar?
6. Eiser heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.

Conclusie en gevolgen

7. De beroepen zijn daarom niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank de beroepen niet inhoudelijk beoordeelt en dat de bestreden besluiten in stand blijven. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Peters, rechter, in aanwezigheid van mr. drs. R.J. Wesel, griffier, op 31 oktober 2024 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.