Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
zodanigis dat zij niet of onvolkomen in staat was haar wil ten aanzien van seksuele handelingen te bepalen, kenbaar te maken of weerstand te bieden tegen die seksuele handelingen, in de zin van de artikelen 243 (oud) en 247 (oud) van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
‘een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens’. Per 1 januari 2020 is de terminologie van de artikelen 243 en 247 Sr gewijzigd naar ‘
een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap’. Hiermee is aansluiting gezocht bij de terminologie van de Wet verplichte GGZ. De wetgever heeft met deze wijziging uitdrukkelijk niet beoogd de inhoud van de wetsartikelen te wijzigen. De rechtbank is daarom van oordeel dat de verstandelijke handicap en de gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens moeten worden opgevat als één en hetzelfde criterium..
5.De benadeelde partij
6.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de ten laste gelegde feiten;