Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in incident, met producties genummerd 1 tot en met 10,
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak tevens eis in reconventie, met producties
2.De vordering in het incident
- een boedelbeschrijving van de nalatenschap met alle onderliggende stukken;
- een taxatierapport van de woning waaruit de waarde van de woning blijkt ten tijde van het
- ‘vorderingen in familieverband’, onderliggende overeenkomsten van geldlening;
- de onderliggende stukken van de door [verweerster in het incident] op de boedelbeschrijving opgevoerde
- de nota van uitvaart;
- een opgave van door erflaatster gedane schenkingen;
- de aangiften een aanslagen IB 2018 tot en met 2022 van erflaatster;
- alle bankafschriften van alle rekeningen over de periode van tien jaar voor overlijden en
3.Het verweer in het incident
4.De beoordeling in het incident
Uit de woorden “alle daartoe strekkende inlichtingen” in artikel 4:78 BW kan worden afgeleid dat dit begrip zo ruim mogelijk moet worden uitgelegd, maar dat het wel is beperkt tot de gegevens die nodig zijn voor de berekening van de legitieme portie. Artikel 4:65 BW bepaalt dat de legitieme portie wordt berekend over de waarde van de goederen van de nalatenschap, te vermeerderen met de bij de berekening in aanmerking te nemen giften en verminderd met de schulden ex artikel 4:7 lid 1 onder a t/m c en f BW. Informatie over in het verleden gedane giften is dus ook van belang. Op grond van artikel 4:67 BW moeten de in dat artikel vermelde giften bij de berekening van de legitieme portie worden meegenomen.
in ieder gevalrecht heeft. [2]
een boedelbeschrijving met onderliggende stukken
een taxatierapport van de woning waaruit de waarde van de woning blijkt ten tijde van het
een opgave van de hypotheekhouder per datum van overlijden waaruit de hoogte van de
een brief van het Verbond van Verzekeraars waaruit blijkt dat als gevolg van het
de onderliggende stukken van de door [verweerster in het incident] op de boedelbeschrijving opgevoerde
‘vorderingen in familieverband’, onderliggende overeenkomsten van geldlening;
de nota van de uitvaart
een opgave van door erflaatster gedane schenkingen;
de aangiften een aanslagen IB 2018 tot en met 2022 van erflaatster
alle bankafschriften van alle rekeningen over de periode van tien jaar voor overlijden en
5.De beslissing
21 februari 2024voor beraad rolrechter over het bepalen van een mondelinge behandeling en op de rol van
20 maart 2024voor conclusie van antwoord in reconventie.