Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 5 km per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Steenbergseweg te Halsteren op 30 september 2022. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
Tijdens de zitting op 8 oktober 2024 is de zaak behandeld. De gemachtigde van de betrokkene, verbonden aan Verkeersboete.nl, heeft aangevoerd dat de boete niet redelijk is gezien de omstandigheden en dat er een reële mogelijkheid tot staandehouding bestond. De gemachtigde verwees naar artikel 5 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en stelde dat de verklaring van de verbalisant onvoldoende was. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft het verzoek om het beroep ongegrond te verklaren ondersteund, waarbij hij benadrukte dat de pleeglocatie en pleegdatum correct waren genoteerd.
De kantonrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs biedt voor de gedraging waarvoor de boete is opgelegd. De kantonrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, en heeft geconcludeerd dat de boete terecht is opgelegd. Het beroep is ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding is afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.