ECLI:NL:RBZWB:2024:7374
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Wraking
- M. van Kralingen
- A. van de Sande
- J. van Alphen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in civiele procedure met beschuldigingen van partijdigheid
Op 28 oktober 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door [verzoekster] B.V. tegen mr. De Graauw, de rechter in de hoofdzaak. De wraking was gebaseerd op beschuldigingen van partijdigheid, omdat de rechter volgens verzoekster niet adequaat had gereageerd op onjuiste verklaringen van de wederpartij en haar gemachtigde minder ruimte had gegeven. Tijdens de zitting van 9 oktober 2024 in Tilburg had verzoekster de rechter gewraakt na een schorsing. De wrakingskamer heeft de processtukken en zittingsaantekeningen van de hoofdzaak beoordeeld en geconcludeerd dat er geen zwaarwegende aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechter. De rechter had de vrijheid om de zitting in te richten zoals zij dat nodig achtte en had beide partijen voldoende gelegenheid gegeven om hun standpunten naar voren te brengen. De wrakingskamer oordeelde dat de door verzoekster aangevoerde gronden voor wraking niet objectief gerechtvaardigd waren. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd genomen door mr. Van Kralingen, mr. Van de Sande en mr. Van Alphen, met mr. Hamans als griffier. De behandeling van de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing.