In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiser tegen het besluit van de korpschef van politie van 21 juni 2023, waarin eiser verzocht om inzage in zijn persoonsgegevens. De rechtbank heeft op 30 oktober 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep gegrond is verklaard. Eiser had een verzoek ingediend op basis van de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet open overheid (Woo). De rechtbank heeft vastgesteld dat de korpschef in zijn besluit ten onrechte had vermeld dat er geen gegevens aan derden waren verstrekt, terwijl dit wel het geval was. Eiser had ook aangevoerd dat er een incident was geweest op 13 januari 2022, dat niet in het overzicht van verwerkingen was opgenomen. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek van de korpschef niet toereikend was en dat het overzicht van verwerkingen niet volledig was. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat de door de korpschef verwerkte politiegegevens bestaan uit de gegevens zoals vermeld in het overzicht bij het bestreden besluit en de aanvullende gegevens die later zijn verstrekt. Eiser krijgt het griffierecht terug, maar er zijn geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.