In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 oktober 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een Wajong-uitkering beoordeeld. Eiseres, geboren in 1970, had op 5 januari 2021 een beoordeling van haar arbeidsvermogen aangevraagd bij het UWV, maar haar aanvraag werd afgewezen op basis van het primaire besluit van 21 maart 2022. Het UWV concludeerde dat eiseres op haar 18e verjaardag arbeidsvermogen had, wat door de rechtbank werd bevestigd. Eiseres had aangevoerd dat zij lijdt aan verschillende aandoeningen, waaronder PTSS en fibromyalgie, en dat deze haar arbeidsvermogen beïnvloeden. Echter, de rechtbank oordeelde dat er geen medische onderbouwing was voor de stelling dat eiseres volledig arbeidsongeschikt was op 18-jarige leeftijd. De rechtbank weigerde ook het verzoek om aanhouding van de zitting, omdat eiseres niet had aangetoond dat zij medisch niet in staat was om te verschijnen. Tijdens de zitting op 1 oktober 2024 was eiseres niet aanwezig, en de rechtbank concludeerde dat het UWV terecht had geweigerd om een Wajong-uitkering toe te kennen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en eiseres kreeg geen proceskostenvergoeding of schadevergoeding toegewezen.