ECLI:NL:RBZWB:2024:7308
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak tegen waterschap Brabantse Delta
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 oktober 2024, wordt het verzoek van verzoeker om veroordeling van verweerder in de proceskosten beoordeeld. Verzoeker had eerder beroep ingesteld tegen een projectplan van het waterschap Brabantse Delta, maar trok dit beroep in nadat verweerder het projectplan op 26 juni 2024 had ingetrokken. Verzoeker verzocht de rechtbank om verweerder te veroordelen in de proceskosten en het griffierecht. Verweerder gaf aan bereid te zijn om de proceskosten en het griffierecht te vergoeden conform het Besluit proceskosten bestuursrecht, maar merkte op dat het beroep geen aanleiding had gegeven voor het intrekkingsbesluit.
De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen. Volgens de rechtbank kan een bestuursorgaan worden veroordeeld in de proceskosten als het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener van het beroepschrift. Verzoeker had zijn beroep op 7 augustus 2024 ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. Verweerder heeft deze aanspraak niet bestreden, wat de rechtbank aanleiding gaf om verweerder te veroordelen in de kosten die verzoeker heeft moeten maken in verband met de behandeling van het beroep.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker recht heeft op een vergoeding van € 875,- voor de proceskosten, omdat de gemachtigde van verzoeker een beroepschrift heeft ingediend. Daarnaast heeft verweerder aangegeven bereid te zijn om het griffierecht van € 187,- te vergoeden. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar gemaakt en partijen geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen de uitspraak.